Het nieuwe artikel 149, § 1, derde lid, van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening bepaalt dat voor de misdrijven waarvan de eigenaar kan aantonen dat ze werden gepleegd vóór 1 mei 2000, in principe steeds het middel van de meerwaarde kan worden aangewend, behalve (a) bij het niet naleven van een bevel tot stak
ing, (b) indien het misdrijf onaanvaardbare stedenbouwkundige hinder veroorzaakt voor de omwonenden of (c) indien het misdrijf een zwaarwichtige en onherstelbare inbreuk vormt op de essentiële stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming krachtens het ruimtelijk uitvoeringsplan of pl
...[+++]an van aanleg.Der neue Artikel 149 § 1 Absatz 3 des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung besagt, dass für die bertretungen, bei denen der Eigentümer nachweisen kann, dass sie vor dem 1. Mai 2000 begangen wurden, grundsätzlich immer das Mittel des Mehrwertes angewandt werden kann, ausser
(a) bei Missachtung einer Einstellungsanordnung, (b) wenn die bertretung für die Anrainer unzumutbare städtebauliche
Beeinträchtigungen verursacht oder (c) wenn der Verstoss eine schwerwiegende und nicht wiedergutzumachende Verletzung wesen
...[+++]tlicher städtebaulicher Vorschriften bezüglich der Zweckbestimmung kraft des räumlichen Ausführungsplans oder des Raumordnungsplans darstellt.