Rekening houdend met de bovenvermelde respectieve kenmerken van het recht op maatschappelijke integratie en van maatschappelijke dienstverlening alsook met de mogelijke residuaire functie die met het stelsel van maatschappelijke dienstverlening kan worden vervuld, is de wetgever op grond van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet ertoe gehouden een onjuiste of onvolledige verklaring in beide stelsels op dezelfde wijze te bestraffen.
Unter Berücksichtigung der vorstehend dargelegten jeweiligen Merkmale des Rechts auf soziale Eingliederung und der Sozialhilfe sowie der Restfunktion, die durch die Sozialhilfe erfüllt werden kann, ist der Gesetzgeber aufgrund der Artikel 10 und 11 der Verfassung nicht verpflichtet, in beiden Regelungen eine unrichtige oder unvollständige Erklärung auf die gleiche Weise zu sanktionieren.