De Lid-Staten kunnen van de merkhouder, wanneer zijn verzoek is ingewilligd of wanneer de vrijgave voor een zending goederen krachtens artikel 5, lid 1, wordt opgeschort, eisen dat hij zekerheid stelt ter dekking van zijn eventuele aansprakelijkheid ten aanzien van de importeur wanneer de krachtens artikel 5, lid 1, ingeleide procedure ten gevolge van een handeling of nalatigheid van de merkhouder niet wordt voortgezet of wanneer nadien wordt vastgesteld dat de betrokken goederen geen namaakartikelen zijn.
Ergeht eine positive Entscheidung oder wird die Freigabe einer Warensendung gemäß Artikel 5 Absatz 1 ausgesetzt, so können die Mitgliedstaaten von dem Zeicheninhaber verlangen, daß er eine Sicherheit leistet, um seine etwaige Haftung gegenüber dem Einführer zu decken, falls das nach Artikel 5 Absatz 1 eröffnete Verfahren aufgrund einer Handlung oder Unterlassung des Zeicheninhabers nicht fortgesetzt wird oder falls in der Folge nachgewiesen wird, daß es sich bei den betreffenden Waren nicht um nachgeahmte Waren handelt.