Bovendien heeft de wetgever, door vanaf die datum aan artikel 34 (zie B.21.1) uitwerking te verlenen, op discriminerende wijze afbreuk gedaan aan de waarborg dat niemand kan worden veroordeeld wegens een handelen of nalaten dat geen strafbaar feit uitmaakte ten tijde dat het handelen of nalaten geschiedde.
Außerdem hat der Gesetzgeber dadurch, dass er mit diesem Datum Artikel 34 (siehe B.21.1) hat wirksam werden lassen, auf diskriminierende Weise die Garantie verletzt, dass niemand wegen Handlungen oder Versäumnissen verurteilt werden kann, die zu dem Zeitpunkt, als die Handlungen oder die Versäumnisse begangen wurden, keinen Straftatbestand darstellten.