4. een procyclisch begrotingsbeleid te vermijden, dat in de weg staat aan een verdere terugdringing van het begrotingstekort, met name door wijzigingen van de begroting te vermijden waarbij extra uitgaven worden gepland indien de inkomsten hoger uitvallen dan geraamd (AR 2).
4. eine prozyklische Finanzpolitik zu vermeiden, die einen weiteren Abbau des gesamtstaatlichen Defizits, insbesondere durch eine Vermeidung von Haushaltsänderungen, die angesichts höher als erwarteter Einnahmen zusätzliche Ausgaben erlauben, verhindert (L 2).