2. Bij de vervolging van een inbreuk op de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid verzoeken de lidstaten de andere lidstaten systematisch om de in hun nationale gegevensbestanden opgeslagen gegevens te verstrekken over de vissersvaartuigen en personen die ervan worden verdacht de betrokken inbreuk te hebben begaan of die op heterdaad zijn betrapt bij het begaan van de betrokken inbreuk.
2. Bei der Verfolgung eines Verstoßes gegen die Vorschriften der Gemeinsamen Fischereipolitik bitten die Mitgliedstaaten beteiligte andere Mitgliedstaaten systematisch, Informationen aus ihren nationalen Datenbanken zu den Fischereifahrzeugen und Personen zur Verfügung zu stellen, die verdächtigt werden, den fraglichen Verstoß begangen zu haben, oder in flagranti ertappt wurden.