4. Het aandeel van de vissersvaartuigen dat betrokken is bij op grond van dit artikel gefinancierde projecten mag niet groter zijn dan 5 % van de vissersvaartuigen van de nationale vloot of niet meer dan 5 % van de brutotonnage van de nationale vissersvloot, zoals berekend bij de indiening van de aanvraag.
(4) Nach diesem Artikel finanziert werden Projekte für Fischereifahrzeuge nur in einem Umfang, der 5 % der Anzahl der Schiffe der nationalen Flotte oder 5 % der Tonnage der nationalen Flotte in BRZ, berechnet zum Zeitpunkt der Antragstellung, nicht übersteigt.