236. stelt vast dat de Rekenkamer van oordeel is dat de rooiregeling niet altijd op de minder concurrerende of minder rendabele wijngaarden was gericht en dat via de regeling het rooien van wijngaarden werd gefinancierd die al waren geherstructureerd en die in principe concurrerend waren; stelt met spijt vast dat dergelijke gevallen niet stroken met de beleidsdoelstellingen van de hervorming;
236. weist darauf hin, dass der Rechnungshof die Ansicht vertritt, dass die Rodungen nicht notwendigerweise nur auf den weniger wettbewerbsfähigen oder weniger rentablen Rebflächen vorgenommen wurden, sondern dass mit der Regelung in einigen Fällen auch die Rodung von Rebflächen finanziert wurde, die bereits umstrukturiert worden waren und somit eigentlich wettbewerbsfähig waren; nimmt mit Bedauern zur Kenntnis, dass solche Fälle im Widerspruch zu den mit der Reform verfolgten Zielsetzungen stehen;