Traduction de «niet is hervormd » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

niet-steroïdaal antiflogisticum | niet-steroïdaal antiflogistisch product | niet-steroïdaal anti-inflammatoir product | niet-steroïdaal ontstekingremmend product | niet-steroïdaal ontstekingwerend product | niet-steroïde antiflogisticum | niet-steroïde anti-inflammatoir geneesmiddel | niet-steroïde anti-inflammatorisch farmacum | niet-steroïde ontstekingremmende stof | NSAI [Abbr.]
nicht steroidales entzündungshemmendes Mittel | steroidfreie entzündungshemmende Arzneimittel

aspecifiek | niet-specifiek | niet door een bijzondere oorzaak teweeggebracht
unspezifisch

middel van niet-ontvankelijkheid | exceptie van niet-ontvankelijkheid
Unzulässigkeitsgrund | Einrede der Unzulässigkeit

Nederlands Hervormde Kerk
Niederländisch Reformierte Kirche

Nederlandse Hervormde Kerk
Niederländisch Reformierte Kirche

Bewegende satelliet | Niet-geostationaire satelliet | Niet-stationaire satellite
Nichtstationärer Satellit

attest van niet-beroep
Bescheinigung der Nichteinlegung einer Berufung

atoxisch | niet-giftig
atoxisch | ungiftig/bakterienähnlich

attest van niet-verzet
Bescheinigung der Nichteinlegung eines Einspruchs

fontanel | nog niet verbeende plek in de schedel
Fontanelle

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Dit geldt met name voor hen die niet kunnen gaan werken als er geen betaalbare kinderopvang is, maar het betekent bijvoorbeeld ook dat het belastingstelsel en de uitkeringen moeten worden hervormd om ervoor te zorgen dat mensen er ook daadwerkelijk op vooruitgaan wanneer zij gaan werken.
Dies betrifft vor allem diejenigen, die ohne erschwingliche Kinderbetreuung nicht arbeiten können. Dies bedeutet aber beispielsweise auch, die Steuer- und Leistungssysteme so zu gestalten, dass sich Arbeit für die Menschen lohnt.

Al dient de wetgever rekening te houden met de gerechtvaardigde verwachtingen van de ambtenaren, kunnen zij, mede gelet op de wet van de veranderlijkheid van de openbare dienst en op de budgettaire imperatieven, redelijkerwijze niet verwachten dat hun pensioenstatuut tussen de indiensttreding en de pensionering niet zal worden hervormd.
Auch wenn der Gesetzgeber die gerechtfertigten Erwartungen der Beamten berücksichtigen muss, können sie, unter anderem angesichts des Prinzips der Änderungsfähigkeit des öffentlichen Dienstes und der Haushaltszwänge vernünftigerweise nicht erwarten, dass ihr Pensionsstatut zwischen dem Dienstantritt und dem Pensionsantritt nicht reformiert wird.

Een evaluatie van het gehele hervormde gemeenschappelijk visserijbeleid is dus niet nodig.
Eine Bewertung der gesamten reformierten Gemeinsamen Fischereipolitik ist daher nicht erforderlich.

Hierdoor wordt de samenstelling van de Nationale Paritaire Commissie aangepast, zodat zij aan de hervormde structuren beantwoordt en ook na de inwerkingtreding van de hervorming als orgaan van gezamenlijk sociaal overleg voor al het personeel, al dan niet ter beschikking gesteld aan de infrastructuurbeheerder en de spoorwegonderneming, kan zorgen voor een doeltreffend sociaal overleg en voor de eenheid van het statuut van het personeel. De bevoegdheden van de Nationale Paritaire Commissie zijn van die aard dat zij weegt op personeelszaken in de ruime zin en aldus daarin een grote verantwoordelijkheid draagt. Door de vereisten gesteld aan de vakorganisaties om in de Nationale Paritaire Commissie te kunnen zetelen, wordt vooreerst gewaarborgd dat zij ten allen tijde de belangen van alle categorieën van personeel vertegenwoordigen en dat bij het formuleren van eisen voor een categorie van het personeel rekening wordt gehouden met de weerslag ervan op de situatie van de andere werknemers, niet alleen binnen de ondernemingen waarvoor de Nationale Paritaire Commissie bevoegd is, maar ook op het nationaal en interprofessionele niveau in de publieke en private sector. Het criterium van rechtstreekse of onrechtstreekse vertegenwoordiging in de Nationale Arbeidsraad is een indirecte wijze om die aansluiting bij onderscheiden niveaus van het sociaal overleg te waarborgen. Het moet tevens gesitueerd worden in de objectieve banden die tussen de Nationale Arbeidsraad en de publieke sector, in ruime zin, bestaan, en in het feit dat het algemene arbeidsrecht, dat voorzeker tot de bevoegdheid van de Nationale Arbeidsraad behoort, niet enkel de private maar ook de publieke sector aanbelangt » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2893/001, pp. 26-27).
Hierdurch wird die Zusammensetzung der Nationalen Paritätischen Kommission angepasst, damit sie den geänderten Strukturen entspricht und auch nach dem Inkrafttreten der Reform als Organ der gemeinsamen sozialen Konzertierung für das gesamte Personal, gegebenenfalls dasjenige, das dem Infrastrukturbetreiber und dem Eisenbahnunternehmen zur Verfügung gestellt wird, für eine wirksame soziale Konzertierung und für die Einheit des Personalstatuts sorgen kann. Die Zuständigkeiten der Nationalen Paritätischen Kommission sind so beschaffen, dass sie Einfluss auf Personalangelegenheiten im weiten Sinne ausübt und somit dafür eine große Verantwortung trägt. Durch die Anforderungen an die Gewerkschaftsorganisationen, um einen Sitz in der Nationalen Paritätischen Kommission haben zu können, wird an erster Stelle gewährleistet, dass sie zu jeder Zeit die Interessen aller Personalkategorien vertreten und dass bei der Formulierung von Forderungen für eine Kategorie des Personals deren Auswirkungen auf die Situation der anderen Arbeitnehmer berücksichtigt wird, nicht nur innerhalb der Unternehmen, für die die Nationale Paritätische Kommission zuständig ist, sondern auch auf nationaler und überberuflicher Ebene im öffentlichen und privaten Sektor. Das Kriterium der direkten oder indirekten Vertretung im Nationalen Arbeitsrat ist eine indirekte Weise, um diesen Anschluss auf unterschiedlichen Ebenen der sozialen Konzertierung zu gewährleisten. Dies ist gleichzeitig einzuordnen in die objektiven Verbindungen, die zwischen dem Nationalen Arbeitsrat und dem öffentlichen Sektor im weiteren Sinne bestehen, und in den Umstand, dass das allgemeine Arbeitsrecht, das mit Sicherheit zur Zuständigkeit des Nationalen Arbeitsrats gehört, nicht nur den privaten, sondern auch den öffentlichen Sektor betrifft » (Parl. Dok., Kammer, 2012-2013, DOC 53-2893/001, SS. 26-27).

merkt op dat de economische crisis een nieuw licht heeft geworpen op de demografische problematiek en de financiering van de pensioenen; is van mening dat de financiering van de pensioenen niet volledig mag worden overgelaten aan de publieke sector, maar dat vertrouwen moet worden gesteld in drieledige stelsels met openbare, bedrijfs- en particuliere pensioenregelingen, die ter bescherming van de beleggers onderworpen zijn aan specifieke regelgeving en toezicht; is voorts van mening dat de pensioenen in heel Europa hervormd zullen moeten worden om te helpen bijdragen aan de financiering van de solidariteit tussen de generaties; is van mening dat de stijgende levensverwachting sectoroverschrijdende thema's met betrekking tot de organisatie van de samenleving aan de orde stelt die nog niet waren voorzien;
nimmt zur Kenntnis, dass mit der großen Krise die demografische Herausforderung und die Rentenfinanzierung in einem neuen Lichte erscheinen; vertritt die Auffassung, dass die Rentenfinanzierung nicht ausschließlich der öffentlichen Hand überlassen bleiben darf, sondern dass auf ein Dreiparteiensystem unter Einbeziehung der öffentlichen, betrieblichen und privaten Rentensysteme, die durch besondere Regelungen und eine Beaufsichtigung zum Schutz der Investoren hinlänglich abgesichert sind, vertraut werden sollte; vertritt ferner die Auffassung, dass die Renten einer europaweiten Reform unterzogen werden müssen, um ihrerseits zur Finanzierung der Solidarität zwischen den Generationen beizutragen; vertritt ferner die Auffassung, dass die Verlängerung der Lebensdauer horizontale Fragen in Bezug auf die Organisation der Gesellschaft aufwirft, die bislang noch nicht gestellt wurden;

« Schendt artikel 25 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, fundamenteel hervormd bij decreet van 7 mei 2004 (decreet 22 december 1995, Belgisch Staatsblad 30 december 1995, gewijzigd door decreet 8 juli 1996, Belgisch Staatsblad, 19 oktober 1996; decreet 8 juli 1997, Belgisch Staatsblad, 22 oktober 1997; decreet 7 juli 1998, Belgisch Staatsblad, 28 augustus 1998; decreet 18 mei 1999, Belgisch Staatsblad, 8 juni 1999; decreet 30 juni 2000, Belgisch Staatsblad, 17 augustus 2000 en decreet 6 juli 2001, Belgisch Staatsblad, 10 oktober 2001, en decreet 7 mei 2004, Belgisch Staatsblad, 5 augustus 2004) het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet) niet nu deze decretale bepaling de gemeenten de mogelijkheid geeft een eigen heffingsstelsel te hanteren waardoor volgens de omzendbrief B.A. 92/9, 29 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen de volgende mogelijkheden zich kunnen voordoen :
« Verstösst Artikel 25 des Dekrets vom 22. Dezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996, der durch das Dekret vom 7. Mai 2004 grundlegend geändert wurde (Dekret vom 22. Dezember 1995, Belgisches Staatsblatt vom 30. Dezember 1995, abgeändert durch Dekret vom 8. Juli 1996, Belgisches Staatsblatt vom 19. Oktober 1996, Dekret vom 8. Juli 1997, Belgisches Staatsblatt vom 22. Oktober 1997, Dekret vom 7. Juli 1998, Belgisches Staatsblatt vom 28. August 1998, Dekret vom 18. Mai 1999, Belgisches Staatsblatt vom 8. Juni 1999, Dekret vom 30. Juni 2000, Belgisches Staatsblatt vom 17. August 2000 und Dekret vom 6. Juli 2001, Belgisches Staatsblatt vom 10. Oktober 2001 sowie Dekret vom 7. Mai 2004, Belgisches Staatsblatt vom 5. August 2004), gegen den verfassungsmässigen Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz (Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung), weil diese Dekretsbestimmung die Gemeinden in die Lage versetzt, eine eigene Abgabenregelung zur Anwendung zu bringen, wobei es gemäss dem Rundscheiben B.A. 92/9 vom 29. April 1996 über die Gebühr zur Bekämpfung des Leerstands und Verfalls von Gebäuden und/oder Wohnungen folgende Möglichkeiten gibt:

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2007 betreffende de voorbereiding van de "gezondheidscontrole" van het hervormde GLB [COM(2007) 722 def. - Niet bekendgemaakt in het Publicatieblad].
Mitteilung der Kommission an das Europäische Parlament und an den Rat vom 20. November 2007 - Vorbereitung auf den „GAP-Gesundheitscheck" [KOM(2007) 722 endg. - Nicht im Amtsblatt veröffentlicht].

« Schendt artikel 25 van het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996, fundamenteel hervormd bij decreet van 7 mei 2004 (decreet 22 december 1995, Belgisch Staatsblad 30 december 1995, gewijzigd door decr., 8 juli 1996, Belgisch Staatsblad 19 oktober 1996; decr., 8 juli 1997, Belgisch Staatsblad 22 oktober 1997; decr., 7 juli 1998, Belgisch Staatsblad 28 augustus 1998; decr., 18 mei 1999, Belgisch Staatsblad 8 juni 1999; decr., 30 juni 2000, Belgisch Staatsblad 17 augustus 2000 en decr., 6 juli 2001, Belgisch Staatsblad 10 oktober 2001, en decr., 7 mei 2004, Belgisch Staatsblad 5 augustus 2004) het grondwettelijk gelijkheids- en non-discriminatiebeginsel (schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet) niet nu deze decretale bepaling de gemeenten de mogelijkheid geeft een eigen heffingsstelsel te hanteren waardoor volgens de omzendbrief B.A. 92/9, 29 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen de volgende mogelijkheden zich kunnen voordoen :
« Verstösst Artikel 25 des Dekrets vom 22hhhhqDezember 1995 zur Festlegung von Bestimmungen zur Begleitung des Haushalts 1996, der durch das Dekret vom 7hhhhqMai 2004 grundlegend geändert wurde (Dekret vom 22hhhhqDezember 1995, Belgisches Staatsblatt vom 30hhhhqDezember 1995, abgeändert durch Dekret vom 8hhhhqJuli 1996, Belgisches Staatsblatt vom 19hhhhqOktober 1996, Dekret vom 8hhhhqJuli 1997, Belgisches Staatsblatt vom 22hhhhqOktober 1997, Dekret vom 7hhhhqJuli 1998, Belgisches Staatsblatt vom 28hhhhqAugust 1998, Dekret vom 18hhhhqMai 1999, Belgisches Staatsblatt vom 8hhhhqJuni 1999, Dekret vom 30hhhhqJuni 2000, Belgisches Staatsblatt vom 17hhhhqAugust 2000 und Dekret vom 6hhhhqJuli 2001, Belgisches Staatsblatt vom 10hhhhqOktober 2001 sowie Dekret vom 7hhhhqMai 2004, Belgisches Staatsblatt vom 5hhhhqAugust 2004), gegen den verfassungsmässigen Gleichheits- und Nichtdiskriminierungsgrundsatz (Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung), weil diese Dekretsbestimmung die Gemeinden in die Lage versetzt, eine eigene Abgabenregelung zur Anwendung zu bringen, wobei es gemäss dem Rundscheiben B.A. 92/9 vom 29hhhhqApril 1996 über die Gebühr zur Bekämpfung des Leerstands und Verfalls von Gebäuden und/oder Wohnungen folgende Möglichkeiten gibt:

Het ambtenarenapparaat in de NOS heeft te lijden onder een groot aantal tekortkomingen, zoals (a) het voortbestaan van instellingen waarvan de functionele en organisatorische structuur niet is hervormd; (b) de noodzaak om volledig nieuwe organen en instellingen op te richten, die de nieuw gedefinieerde overheidstaken kunnen uitvoeren; (c) de opheffing van overbodige taken; (d) onvolledige en niet-gewijzigde wetgeving betreffende de rechten en plichten van overheidspersoneel; (d) het bestaan van wijdverbreide corruptie binnen de overheidsadministratie als gevolg van het tekort aan transparantie, verantwoording en de lage salarissen; (e) de overheidsadministratie beschikt slechts over beperkte capaciteiten voor het beheer van het personeel en/of benut die capaciteiten onvoldoende; (f) verder ontbreekt het de overheidsadministratie op bepaalde belangrijke punten aan professionalisme, zoals te lage salarissen, te weinig prikkels en het ontbreken van mogelijkheden om de beroepscapaciteiten te verbeteren.
Der öffentliche Dienst in den NUS-Ländern leidet unter zahlreichen Defiziten wie a) dem Fortbestand von Institutionen, deren funktionelle und organisatorische Struktur nicht reformiert wurde, b) der Notwendigkeit, zur Erfuellung neu festgelegter staatlicher Aufgaben neue Organe und Institutionen aus dem Nichts heraus zu schaffen, c) oder unnötige Aufgaben abzuschaffen, d) unvollständige und nicht reformierte Rechtsvorschriften über die Rechte und Pflichten von Bediensteten im öffentlichen Dienst, e) die wegen mangelnder Transparenz, mangelnder Verantwortlichkeit und niedrigen Gehältern weit verbreitete Korruption in der staatlichen Verwaltung, f) die schwachen oder zumindest zu wenig genutzten Kapazitäten für die Bewirtschaftung der Humanressourcen in der öffentlichen Verwaltungen, g) der Mangel an Professionalität in der öffentlichen Verwaltung, der sich auch auf bestimmte wichtige Fragen wie niedrige Gehälter, den Mangel an Anreizen und den Mangel an Möglichkeiten für die Verbesserung der beruflichen Kapazitäten auswirkt.