2. Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 531 zoals geformuleerd vóór de wijziging ervan bij artikel 12 van de wet van 6 april 1992 tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek met betrekking tot het statuut van de gerechtsdeurwaarders, artikel 610 van het Gerechtelijk Wetboek samengelezen met artikel 1088 van het Gerechtelijk Wetboek en artikel 14, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, in zoverre voormelde artikelen geïnterpreteerd worden in de zin dat ze de gerechtsdeurwaarder aan wie de raad van de arrondissementskamer een in artikel 531 van het Gerechtelijk Wetboek voorziene
tuchtstraf oplegt, niet toestaan tegen die besli ...[+++]ssing een vernietigingsberoep in te stellen bij de Raad van State, dit in tegenstelling tot de meeste andere beoefenaars van gereglementeerde vrije beroepen die op grond van dit artikel 14 wel over een vernietigingsberoep beschikken tegen de eenzijdige overheidsbeslissingen die hun belangen ongunstig raken ?2. Werden die Artikel 10 und 11 der Verfassung verletzt durch Artikel 531 in der Fassung vor seiner Abänderung durch Artikel 12 des Gesetzes vom 6. April 1992 zur Abänderung des Gerichtsgesetzbuches bezüglich des Statuts der Gerichtsvollzieher, Artikel 610 des Gerichtsgesetzbuches in Verbindung mit Artikel 1088 des Gerichtsgesetzbuches und Artikel 14 Absatz 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat, soweit die vorgenannten Artikel dahingehend ausgelegt werden, dass sie einem Gerichtsvollzieher, dem der Rat der Bezirkskammer eine in Artikel 531 des Gerichtsgesetzbuches vorgesehene Disziplin
arstrafe auferlegt, nicht erlauben, gegen ...[+++] diese Entscheidung eine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat zu erheben, und zwar im Gegensatz zu den meisten anderen Inhabern reglementierter freier Berufe, die aufgrund dieses Artikels 14 sehr wohl über die Möglichkeit verfügen, gegen einseitige behördliche Entscheidungen, die ihren Interessen Abbruch leisten, eine Nichtigkeitsklage einzureichen?