- Het decreet van de Nederlandse Cultuurgemeenschap van 25 februari 1975 tot vaststelling van
het statuut van de niet-betaalde sportbeoefenaar en het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 24 juli 1996 tot vaststelling van het statuut van de niet-professionele sportbeoefenaar schenden noch de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre die decreten de sportbeoefenaars verschillend behandelen naargelang zij meer of minder dan een bepaald jaarloon ontvangen en naargelang zij al dan niet zelfstandige zijn, noch het bevoegdheidsvoorbehoud omtrent de economische unie en de monetaire eenheid, vervat in artikel 6, § 1, VI, derde lid, van de
...[+++]bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in zoverre die decreten de deelnemers aan een nationale sportactiviteit verschillend behandelen.- Das Dekret der Niederländischen Kulturgemeinschaft vom 25. Februar 1975 zur Festlegung der Rech
tsstellung der nichtentlohnten Sportler und das Dekret der Flämischen Gemeinschaft vom 24. Juli 1996 zur Festlegung der Rechtsstellung der nicht-professionellen Sportler verstossen weder gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insoweit diese Dekrete die Sportler unterschiedlich behandeln, je nachdem, ob sie mehr oder weniger als einen bestimmten Jahreslohn erhalten, und je nachdem, ob sie selbständig sind oder nicht, noch verstossen sie gegen den in Artikel 6 § 1 VI Absatz 3 des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institution
...[+++]en formulierten Zuständigkeitsvorbehalt bezüglich der Wirtschaftsunion und der Währungseinheit, insoweit diese Dekrete die Teilnehmer an einer nationalen Sporttätigkeit unterschiedlich behandeln.