De mogelijkheid voor de advocaten die worden geraakt door een onwettig of met de deontologie strijdig reglement om zich te wenden tot, hetzij de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie om de zaak bij dat Hof aanhangig te maken, hetzij tot de andere gemeenschapsorde opdat zij het betwiste reglement aanvecht voor het scheids
gerecht dat bij het nieuwe artikel 502 van het Gerechtelijk We
tboek is opgericht, lijkt theoretisch en illusoir en maakt het niet mogelijk de grief van schending van artikel
6 van het Europees ...[+++]Verdrag voor de Rechten van de Mens te ontkrachten.
Die Möglichkeit der Anwälte, die von einer ungesetzlichen Vorschrift oder einer den Standesregeln widersprechenden Vorschrift betroffen seien, sich entweder an den Generalprokurator beim Kassationshof zu wenden, damit er diesen Hof befasse, oder aber an die andere Gemeinschaftskammer, damit sie die angefochtene Vorschrift vor dem durch den neuen Artikel 502 des Gerichtsgesetzbuches eingeführten Schiedsgericht anfechte, erscheine theoretisch und illusorisch und ermögliche es nicht, dem Verstoss gegen Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention abzuhelfen.