142. is verheugd over het feit dat de vrijheid van godsdienst of overtuiging is geïntegreerd in trainingen voor EU-personeel; beklemtoont nogmaals uitdrukkelijk dat het noodzakelijk is een ambitieus
instrumentarium te hebben waarmee vooruitgang kan worden geboekt bij het recht op vrijheid van godsdienst of overtuiging en dit instrumentarium op te nemen in het extern beleid van de EU; verwelkomt in dit verband de toez
egging van de EU om richtsnoeren voor de vrijheid van godsdienst of overtuiging te ontwikkelen, overeenkomstig sectie
...[+++]23 van het EU-actieplan voor mensenrechten en democratie; wijst erop dat deze richtsnoeren moeten worden afgestemd op de EU-landenstrategieën op het gebied van de mensenrechten en onder meer een checklist moeten omvatten met de noodzakelijke vrijheden die verband houden met het recht van vrijheid van godsdienst of overtuiging, teneinde de situatie in een bepaald land te kunnen beoordelen, en moet voorzien in methoden die kunnen helpen bij het opsporen van schendingen van de vrijheid van godsdienst of overtuiging; benadrukt dat het Parlement en organisaties van het maatschappelijk middenveld moeten worden betrokken bij de voorbereiding van deze richtsnoeren; spoort de EU aan om de samenhang te waarborgen tussen de nieuwe richtsnoeren en de prioriteiten die gesteld zijn in het kader van de landenstrategieën van de EU op het gebied van de mensenrechten; benadrukt het belang van het integreren van de vrijheid van godsdienst of overtuiging in het ontwikkelingsbeleid en in ander extern beleid van de EU; 142. begrüßt, dass die Religionsfreiheit und die Freiheit der Weltanschauung ein Thema bei Schulungen von EU-Mitarbeitern sind; fordert erneut, dass es als Teil der Außenpolitik der EU eines ehrgeizigen Maßnahmenkatalogs zur Förderung der Religionsfreiheit und der Freiheit der Weltanschauung
bedarf; begrüßt in diesem Zusammenhang die Verpflichtung der EU, gemäß Abschnitt 23 des EU-Aktionsplans für Menschenrechte und Demokratie Leitlinien zur Religions- und Weltanschauungsfreiheit zu entwickeln; weist darauf hin, dass diese Leitlinien mit den Länderstrategien der EU für den Bereich Menschenrechte konform sein sollten und eine Checklist
...[+++]e der Freiheiten in Bezug auf die Religionsfreiheit und die Freiheit der Weltanschauung zur Bewertung der Lage sowie eine Methode zur Ermittlung von Verletzungen der Religionsfreiheit und der Freiheit der Weltanschauung enthalten sollten; betont, dass das Europäische Parlament und Organisationen der Zivilgesellschaft in die Vorbereitung dieser Leitlinien einbezogen werden müssen; empfiehlt der EU, für Kohärenz zwischen den neuen Leitlinien und den in den Länderstrategien der EU für den Bereich Menschenrechte festgelegten Prioritäten zu sorgen; betont die Bedeutung der Einbindung der Religionsfreiheit und der Freiheit der Weltanschauung in die Entwicklungs- und Außenpolitik der EU;