Vertaling van "nodig 50 sommige lidstaten verbinden aanvullende " (Nederlands → Duits) :

Wanneer voor het verrichten van een onderzoekshandeling toestemming van de rechter nodig is, is voor de toezending van het verslag aan de verzoekende staat doorgaans opnieuw toestemming van de rechter nodig[50]. Sommige lidstaten verbinden aanvullende, niet in de verordening opgenomen voorwaarden aan de toezending van de verkregen gegevens.
Einige Mitgliedstaaten machen die Informationsübermittlung zudem von zusätzlichen, nicht in der Verordnung vorgesehenen Bedingungen abhängig.

50. benadrukt dat beschutte werkplaatsen en geïntegreerde werkplekken weliswaar niet op gelijke voet staan met participatie in de open arbeidsmarkt maar toch waardevolle oplossingen kunnen zijn om mensen met verschillende handicaps in verschillende levensfases te begeleiden en ondersteunen, ook door redelijke aanpassingen bij de overgang naar de open arbeidsmarkt, en meent dat ongemotiveerde weigering van redelijke aanpassingen (artikel 5 van Richtlijn 2000/78/EG) beschouwd moet worden als een vorm van discriminatie, in overeenstemming met artikel 2 van het VN-Verdrag; merkt op dat in sommige lidstaten beschutte werkplaatsen en quota's gebruikt kunnen worden in het kader van een overgang naar de open arbeidsmarkt, en instaan voor de verstrekking van specifieke faciliteiten voor mensen met een handicap en van personeel dat beantwoordt aan hun behoeften; benadrukt dat in grote ondernemingen aanwijzing van vertegenwoordigers van mensen met een handicap, waardoor zij voor zichzelf kunnen spreken, toegejuicht moet worden, alsook een nauwere samenwerking tussen plaatselijke NGO's en KMO's; benadrukt dat persoonlijke assistenten zo nodig ondersteund moeten worden, daar dit een aanmerkelijke verbetering zou brengen in de kansen voor mensen met een handicap om voet aan de grond de krijgen op de arbeidsmarkt;
50. hebt hervor, dass Behindertenwerkstätten und integrierte Arbeitsplätze, obgleich sie nicht mit der Teilnahme am offenen Arbeitsmarkt gleichgesetzt werden können, wertvolle Lösungen für die Begleitung und Unterstützung von Menschen mit verschiedenen Behinderungen und in verschiedenen Lebensphasen sind, wozu auch angemessene Vorkehrungen beim Übergang in einen offenen Arbeitsmarkt zählen, und ist der Ansicht, dass die ungerechtfertigte Ablehnung angemessener Vorkehrungen (Artikel 5 der Richtlinie 2000/78/EG) als Diskriminierung gemäß Artikel 2 des Übereinkommens der Vereinten Nationen über die Rechte von Menschen mit Behinderungen aufgefasst werden sollte; stellt fest, dass Behindertenwerkstätten und Quoten für Menschen mit Behinderungen bei der Stellenbesetzung in einigen Mitgliedstaaten genutzt werden können, um einen Übergang in den offenen Arbeitsmarkt zu ermöglichen, einschließlich der Bereitstellung spezifischer Strukturen für Menschen mit Behinderungen sowie an ihre Bedürfnisse angepassten Personals; hebt hervor, dass in großen Unternehmen die Einsetzung von Menschen mit Behinderungen als Vertreter, um für sich selbst zu sprechen, ebenso zu begrüßen ist wie eine verstärkte Zusammenarbeit zwischen den entsprechenden lokalen NRO und KMU; hebt hervor, dass gegebenenfalls persönliche Assistenten unterstützt werden sollten, da dies die Möglichkeiten von Menschen mit Behinderungen, auf dem Arbeitsmarkt Fuß zu fassen, deutlich verbessern würde;

Sommige lidstaten hebben specifieke voorschriften vastgesteld inzake het beginsel van het belang van het kind, anderen oordeelden dat het nationale recht hierin al voorzag, bv. door de ratificatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, en dat aanvullende wetgeving derhalve niet nodig was.
Einige MS haben besondere Vorschriften zum Kindeswohl erlassen, während andere der Auffassung waren, dass dieser Grundsatz bereits im nationalen Recht geregelt ist, nicht zuletzt durch die Ratifizierung des Übereinkommens der Vereinten Nationen über die Rechte des Kindes, und es somit keiner weiteren Legislativmaßnahmen bedarf.

Sommige lidstaten hebben specifieke voorschriften vastgesteld inzake het beginsel van het belang van het kind 59 , anderen oordeelden dat het nationale recht hierin al voorzag, bv. door de ratificatie van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind, en dat aanvullende wetgeving derhalve niet nodig was.
Einige MS haben besondere Vorschriften zum Kindeswohl erlassen 59 , während andere der Auffassung waren, dass dieser Grundsatz bereits im nationalen Recht geregelt ist, nicht zuletzt durch die Ratifizierung des Übereinkommens der Vereinten Nationen über die Rechte des Kindes, und es somit keiner weiteren Legislativmaßnahmen bedarf.

9. juicht de ontwikkelingen in sommige lidstaten toe, zoals de goedkeuring van nieuwe maatregelen ter verbetering van de controle op en de terugvordering van ten onrechte betaalde bedragen, en onderstreept dat het nodig is om in geval van onregelmatigheden of fraude aanvullende bepalingen goed te keuren;
9. begrüßt die in einigen Mitgliedstaaten zu beobachtenden Entwicklungen, wie z.B. die Einführung neuer Maßnahmen zur Verbesserung der Kontrolle und der Wiedereinziehung zu Unrecht gezahlter Beträge, und betont, dass im Falle von Unregelmäßigkeiten oder Betrug zusätzliche Vorkehrungen getroffen werden müssen;

„Introductiecursussen”: het proces in sommige lidstaten waarbij pas afgestudeerde leraren tijdens de eerste jaren van tewerkstelling aanvullende ondersteuning krijgen (bijv. door middel van begeleiding, opleiding, advies), die zij nodig hebben om hun nieuwe rol binnen de school en het beroep op zich te nemen; het vormt aldus een overgangsfase tussen de initiële lerarenopleiding en de feitelijke beroepspraktijk.
Mit dem Begriff „Einführung“ (engl. induction) wird der in einigen Mitgliedstaaten übliche Vorgang bezeichnet, bei dem neu eingestellte Lehrer während ihres ersten Berufsjahres die zusätzliche Unterstützung (beispielsweise durch Begleitung durch einen Mentor, Schulung, Beratung) erhalten, die sie brauchen, um ihre neue Rolle in der Schule und im Beruf ausfüllen zu können; die Einführung baut damit eine Brücke zwischen der Erstausbildung der Lehrer und der tatsächlichen beruflichen Praxis.

21. verwijst naar het standpunt van bepaalde nieuwe lidstaten dat volledig ontkoppelde areaalbetalingen niet zonder meer bijdragen aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van hun landbouw, en dat sectorvoorkeuren en/of naar keuze gekoppelde betalingen in ieder geval in sommige lidstaten tot 2013 tijdelijk nodig kunnen zijn en op verzoek overwogen moeten worden; verwijst in dit opzicht naar de succesvolle praktijk van geheel of gedeeltelijk ontkoppelde aanvullende nationale rechtstreekse betalingen en tijdelijke regelingen voor overheidssteun;
21. verweist auf die Auffassung einiger neuer Mitgliedstaaten, dass voll entkoppelte, flächenbasierte Zahlungen nicht ohne weiteres zur ausgewogenen Entwicklung und Nachhaltigkeit ihrer Landwirtschaft beitragen und Sektorpräferenzen und/oder fakultative gekoppelte Zahlungen wenigstens zeitweilig in bestimmten Mitgliedstaaten bis 2013 erforderlich sein könnten und auf Antrag in Erwägung gezogen werden sollten; verweist auf die erfolgreiche Praxis der ganz oder teilweise gekoppelten EED und diesbezügliche vorübergehende staatliche Beihilfemaßnahmen;

21. verwijst naar het standpunt van bepaalde nieuwe lidstaten dat volledig ontkoppelde areaalbetalingen niet zonder meer bijdragen aan een evenwichtige en duurzame ontwikkeling van hun landbouw, en dat sectorvoorkeuren en/of naar keuze gekoppelde betalingen in ieder geval in sommige lidstaten tot 2013 tijdelijk nodig kunnen zijn en op verzoek overwogen moeten worden; verwijst in dit opzicht naar de succesvolle praktijk van geheel of gedeeltelijk ontkoppelde aanvullende nationale rechtstreekse betalingen en tijdelijke regelingen voor overheidssteun;
21. verweist auf die Auffassung einiger neuer Mitgliedstaaten, dass voll entkoppelte, flächenbasierte Zahlungen nicht ohne weiteres zur ausgewogenen Entwicklung und Nachhaltigkeit ihrer Landwirtschaft beitragen und Sektorpräferenzen und/oder fakultative gekoppelte Zahlungen wenigstens zeitweilig in bestimmten Mitgliedstaaten bis 2013 erforderlich sein könnten; verweist auf die erfolgreiche Praxis der ganz oder teilweise gekoppelten EED und diesbezügliche vorübergehende staatliche Beihilfemaßnahmen;