- wanneer hun nominaal thermisch vermogen hoger dan of gelijk is aan1 MW : een reeks maatregelen bij het geregelde lager vermogen, een tweede reeks bij het geregelde nominaal vermogen en drie monsternemingen bij tussenliggend vermogen op respectievelijk 75 %, 50 % en 25 % van de werkingsperiode van de brander.
- wenn die Nennwärmeleistung wenigstens 1MW beträgt: eine Messreihe bei eingestellter niedrigerer Leistung, eine zweite Messreihe bei eingestellter Nennleistung und drei Probenahmen bei mittlerer Leistung bei je 75%, 50% und 25% des Arbeitsbereichs des Brenners.