21. stelt vast dat de decentralisatie van het onderwijs in een land in het algemeen een welkome ontwikkeling is die de plaatselijke gemeenschappen kan versterken, maar benadrukt dat de centrale regering de verantwoordelijkheid moet behouden voor het verschaffen van het grootste deel van de noodzakelijke middelen, en voor het voorzien van de plaatselijke ambtenaren van voldoende onderwijs, gezag en middelen om de onderwijsstelsels op plaatselijk niveau doeltreffend te beheren;
21. stellt fest, dass die Dezentralisierung der Bildung in einem Staat allgemein eine begrüßenswerte Entwicklung ist, durch die die Befugnisse lokaler Gemeinschaften gestärkt werden können, betont jedoch, dass die Zentralregierung weiterhin die Verantwortung für die Bereitstellung des größten Teils der erforderlichen Mittel und für die Ausstattung örtlicher Beamter mit angemessener Ausbildung, Befugnis und Mitteln zur wirksamen Verwaltung der Bildungssysteme auf lokaler Ebene übernehmen sollte;