Als dit voorstel voor een kaderbesluit wordt aangenomen, kunnen de justitiële autoriteiten in de lidstaten personen die ervan worden verdacht een strafbaar feit te hebben gepleegd maar geen ingezetene zijn van de lidstaat waarin zij onder verdenking staan in vrijheid stellen en in plaats daarvan in afwachting van het proces surveillancemaatregelen instellen die over de grenzen heen kunnen worden toegepast in de lidstaat waar de in vrijheid gestelde persoon normaliter verblijft.
Dieser Rahmenbeschlussentwurf würde es den Justizbehörden in den einzelnen Mitgliedstaaten nach seiner Annahme erlauben, Personen, die der Begehung einer Straftat verdächtigt werden, aber nicht in dem Mitgliedstaat ansässig sind, in dem sie tatverdächtig sind, aus der Untersuchungshaft zu entlassen und sie in eine Überwachungsmaßnahme ohne Freiheitsentzug umzuwandeln, die über die Grenzen hinweg in den Mitgliedstaat verlegt werden könnte, in dem die Person für gewöhnlich ortsansässig ist.
