In de meeste lidstaten berust de beoordeling van het risico op onderduiken voornamelijk op het feit dat de personen jegens wie een terugkeermaatregel loopt, niet de nodige documenten voorleggen of een valse identiteit gebruiken.
Die meisten Mitgliedstaaten geben die „fehlenden Ausweispapiere“ von Rückkehrern oder die „Verwendung einer falschen Identität“ als Hauptkriterien für die Bewertung der Fluchtgefahr an.