Bovendien rijst de vraag waarom de wetgever, indien de verzoeningsopdracht daadwerkelijk onder één van de bevoegdheden zou vallen die de wet van 20 se
ptember 1948 aan de ondernemingsraden heeft toevertrouwd - quod non -, in het verleden heeft gemeend bepalingen te moeten aannemen die aan de paritaire comités van het hoger onderwijs van het gesubsidieerde vrije net uitdrukkelijk een verzoeningsopdracht toevertrouwden (artikel 95 van het decreet van 1 februari 1993 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en artikel 45, § 9, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepaling
...[+++]en van de onderwijswetgeving).Wenn im übrigen der Schlichtungsauftrag tatsächlich - quod non - durch eine der den Betriebsräten durch das Gesetz vom 20. September 1948 anerkannten Zuständig
keiten gedeckt wäre, müsse man sich fragen, warum der Gesetzgeber es in der Vergangenheit für notwendig erachtet habe, Bestimmungen anzunehmen, die ausdrücklich den paritätischen Ausschüssen des Hochschulunterrichts des freien subventionierten Netzes einen Schlichtungsauftrag anvertrauten (Artikel 95 des Dekrets vom 1. Februar 1993 zur Festlegung des Statuts der bezuschussten Personalmitglieder des freien subventionierten Unterrichts und Artikel 45 § 9 des Gesetzes vom 29. Mai 1959
...[+++] zur Abänderung gewisser Bestimmungen der Unterrichtsgesetzgebung).