1. Zodra het desbetreffende in artikel 5 bedoelde bestrijdingsprogramma is goedgekeurd, moet de exploitant van een levensmiddelenbedrijf monsters laten nemen en analyseren voor onderzoek op de in bijlage I, kolom 1 genoemde zoönoses of zoönoseverwekkers, met inachtneming van de in onderstaande tabel vermelde minimumbemonsteringsvoorschriften.
1. Nach Genehmigung des betreffenden Bekämpfungsprogramms gemäß Artikel 5 müssen die Lebensmittelunternehmer folgende Proben nehmen und auf die in Anhang I Spalte 1 genannten Zoonosen und Zoonoseerreger analysieren lassen, wobei die Mindestanforderungen für die Probenahmen gemäß der folgenden Tabelle einzuhalten sind.