Vertaling van "ondersteund erkent " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

ondersteund opdrachtelement | ondersteund operandveld
vorhandene Operandenlänge

computer ondersteund onderwijs | COO [Abbr.]
Computer unterstuetzter Unterricht | computergestuetzter Unterricht | rechnergestuetzter Unterricht | CUU [Abbr.] | RGU [Abbr.]

computerondersteunde controletechnieken | door de computer ondersteunde controletechnieken | CAAT [Abbr.]
IT-gestützte Prüfungstechniken | CAAT [Abbr.]

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

3. benadrukt dat het EBI voor burgers een uitgelezen kans is om hun aspiraties vast te stellen en te verwoorden en de EU om maatregelen te vragen, en dat dit met alle beschikbare middelen dient te worden aangemoedigd en ondersteund; erkent echter dat er aanzienlijke tekortkomingen zijn die moeten worden aangepakt en verholpen om het EBI doeltreffender te maken; benadrukt dat de verdere beoordeling van het instrument gericht moet zijn op maximale gebruiksvriendelijkheid, aangezien het een primair middel is om de Europese burgers in contact te brengen met de EU; benadrukt voorts dat het gebruik van de eigen moedertaal een burgerrecht is en verzoekt de Commissie en de lidstaten derhalve alternatieve oplossingen te zoeken om het mogelijk te maken de moedertaal in alle acties in verband met een EBI te gebruiken, aangezien dit de participatie van burgers bevordert; wijst erop dat publieke bewustwording van het EBI belangrijk is en betreurt dat maar weinig EU-burgers van dit instrument op de hoogte zijn; vraagt de EU daarom publiciteits- en promotiecampagnes te organiseren om het EBI in de media en bij het publiek beter bekend te maken;
3. vertritt die Auffassung, dass die Bürgerinitiative eine außerordentliche Möglichkeit für die Bürger ist, ihre Erwartungen zu bestimmen und zu formulieren und ein Handeln der EU zu fordern, und dass diese Möglichkeit mit allen zur Verfügung stehenden Mitteln gefördert und unterstützt werden muss; erkennt jedoch, dass es erhebliche Defizite gibt, die angegangen und behoben werden müssen, um die europäische Bürgerinitiative wirksamer zu machen; betont, dass die europäische Bürgerinitiative ein wichtiges Instrument zur Bindung der europäischen Bürger an die EU ist und daher im Mittelpunkt jeder weiteren Bewertung des Instruments die maximale Benutzerfreundlichkeit stehen sollte; betont außerdem, dass es ein staatsbürgerliches Recht ist, sich in seiner Muttersprache auszudrücken, und fordert die Kommission und die Mitgliedstaaten daher auf, Alternativen zu untersuchen, um die Möglichkeit anzubieten, alle Aktionen im Zusammenhang mit einer Bürgerinitiative in der Muttersprache durchzuführen, und damit die Bürgerbeteiligung zu fördern; weist darauf hin, dass es wichtig ist, dass der Öffentlichkeit die europäische Bürgerinitiative bewusst ist, und bedauert, dass das Instrument unter den EU-Bürgern nur sehr wenig bekannt ist; fordert die EU daher auf, Werbe- und Fördermaßnahmen zu organisieren, um die europäische Bürgerinitiative in den Medien und in der Öffentlichkeit bekannter zu machen;

Het EU-ontwikkelingsbeleid erkent dat MVO moet worden ondersteund.[25] Door de naleving van sociale en milieunormen te bevorderen kunnen EU-bedrijven bijdragen aan betere governance en inclusieve groei in ontwikkelingslanden.
Im Rahmen der Entwicklungspolitik der EU wird anerkannt, dass Unterstützung für CSR notwendig ist[25]. Wenn sich die Unternehmen aus der EU für die Einhaltung von Sozial- und Umweltstandards einsetzen, können sie einen Beitrag zu einer besseren Regierungsführung und zu einem integrativen Wachstum in den Entwicklungsländern leisten.

9. stelt bezorgd vast dat het Agentschap volgens het jaarlijks controleverslag van de Rekenkamer in 2012 geen complete fysieke inventaris heeft opgemaakt, na de fysieke inventaris van 2009, hoewel het Financieel Reglement en de overeenkomstige uitvoeringsvoorschriften voorzien dat minstens om de drie jaar een fysieke inventaris van de vaste activa moet worden opgemaakt; erkent dat het zeer moeilijk of zelfs contraproductief zou zijn geweest om in 2012 een inventaris op te maken aangezien de inventarisbeheermodule van het begrotings- en boekhoudingsplatform, ondersteund door de Commissie (DG BUDG), nog maar sinds datzelfde jaar operationeel is; erkent dat dit probleem in 2013 verholpen is met het nieuwe systeem;
9. stellt mit Sorge fest, dass sich die Agentur dem jährlichen Prüfungsbericht des Rechnungshofs zufolge über die Finanzregelung und die entsprechenden Durchführungsbestimmungen, wonach mindestens alle drei Jahre eine körperliche Bestandsaufnahme der Sachanlagen vorzunehmen ist, hinweggesetzt und nach der körperlichen Bestandsaufnahme des Jahres 2009 im Jahr 2012 keine umfassende körperliche Bestandsaufnahme vorgenommen hat; erkennt an, dass es entweder sehr schwierig oder sogar kontraproduktiv gewesen wäre, 2012 eine Bestandsaufnahme durchzuführen, da das Bestandsverwaltungsmodul der von der Kommission (GD BUDG) unterstützten integrierten Haushalts- und Rechnungsführungsplattform erst seit diesem Jahr besteht; nimmt zur Kenntnis, dass dieses Problem mit Hilfe des neuen Systems 2013 behoben wurde;

13. herinnert eraan dat het de bevoegdheid van de lidstaten is hun eigen energiemix te bepalen; erkent dat het Stappenplan Energie 2050 de nationale, regionale en lokale inspanningen om de energievoorziening te moderniseren aanvult; erkent bijgevolg dat de lidstaten moeten samenwerken op basis van gemeenschappelijke doelstellingen; benadrukt voorts dat in de totstandbrenging van een goed gecoördineerde, EU-brede, onderling verbonden en duurzame energietransformatie een bijzonder belangrijke rol is weggelegd voor de EU, die er onder meer voor moet zorgen dat het nationale beleid strookt met de doelstellingen en de wetgeving van de EU; vraagt de lidstaten en de Commissie opties te blijven nastreven die, als onderdeel van de mondiale inspanning, op technologisch diverse, duurzame, economisch efficiënte, concurrerende en veilige wijze aan de langetermijndoelstellingen van de EU inzake energie en klimaatverandering (zoals overeengekomen door de Raad) kunnen voldoen en die de markt daarbij zo weinig mogelijk verstoren, en op nationaal niveau inspanningen te blijven leveren om het potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen ten volle te benutten, onder andere ondersteund door de beschikbare financiële instrumenten van de EU; erkent tegelijk de voordelen van het ontwikkelen van een gecoördineerde en zo nodig gemeenschappelijke Europese benadering die de nodige ruimte moet laten voor de specifieke kenmerken van kleinschalige energiesystemen en de daaruit voortvloeiende behoefte aan flexibiliteit;
13. weist erneut darauf hin, dass jeder Mitgliedstaat für die Festlegung seines eigenen Energiemixes zuständig ist; nimmt zur Kenntnis, dass der Energiefahrplan 2050 nationale, regionale und lokale Bemühungen um die Modernisierung der Energieversorgung ergänzt; stellt daher fest, dass die Mitgliedstaaten auf der Grundlage gemeinsamer Ziele zusammenarbeiten müssen; betont darüber hinaus, dass der EU beim gut koordinierten, EU-weiten, aufeinander abgestimmten und nachhaltigen Umbau des Energiesystems eine wichtige Rolle zukommt, indem sie beispielsweise dafür sorgt, dass die nationalen Strategien mit den Zielen und Vorschriften der EU vereinbar sind; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, auch künftig nach Lösungen zu suchen, wie die vom Rat vereinbarten langfristigen Energie- und Klimaschutzziele der EU im Rahmen der weltweiten Bemühungen technologisch vielfältig, nachhaltig, wirtschaftlich, wettbewerbsgeprägt, sicher und unter geringstmöglicher Marktverzerrung verwirklicht werden können, und ihre Bemühungen, das Potenzial für kostenwirksame Energieeinsparungen – unter anderem mit Unterstützung der verfügbaren EU-Finanzinstrumente – in vollem Maße auszuschöpfen, auf nationaler Ebene fortzusetzen; weist zugleich darauf hin, welche Vorteile die Entwicklung eines koordinierten und nach Möglichkeit gemeinsamen EU-Konzeptes birgt, bei dem den Besonderheiten kleiner Energieerzeugungsanlagen und dem entsprechenden Flexibilitätsbedarf Rechnung zu tragen ist;

14. herinnert eraan dat het de bevoegdheid van de lidstaten is hun eigen energiemix te bepalen; erkent dat het Stappenplan Energie 2050 de nationale, regionale en lokale inspanningen om de energievoorziening te moderniseren aanvult; erkent bijgevolg dat de lidstaten moeten samenwerken op basis van gemeenschappelijke doelstellingen; benadrukt voorts dat in de totstandbrenging van een goed gecoördineerde, EU-brede, onderling verbonden en duurzame energietransformatie een bijzonder belangrijke rol is weggelegd voor de EU, die er onder meer voor moet zorgen dat het nationale beleid strookt met de doelstellingen en de wetgeving van de EU; vraagt de lidstaten en de Commissie opties te blijven nastreven die, als onderdeel van de mondiale inspanning, op technologisch diverse, duurzame, economisch efficiënte, concurrerende en veilige wijze aan de langetermijndoelstellingen van de EU inzake energie en klimaatverandering (zoals overeengekomen door de Raad) kunnen voldoen en die de markt daarbij zo weinig mogelijk verstoren, en op nationaal niveau inspanningen te blijven leveren om het potentieel voor kosteneffectieve energiebesparingen ten volle te benutten, onder andere ondersteund door de beschikbare financiële instrumenten van de EU; erkent tegelijk de voordelen van het ontwikkelen van een gecoördineerde en zo nodig gemeenschappelijke Europese benadering die de nodige ruimte moet laten voor de specifieke kenmerken van kleinschalige energiesystemen en de daaruit voortvloeiende behoefte aan flexibiliteit;
14. weist erneut darauf hin, dass jeder Mitgliedstaat für die Festlegung seines eigenen Energiemixes zuständig ist; nimmt zur Kenntnis, dass der Energiefahrplan 2050 nationale, regionale und lokale Bemühungen um die Modernisierung der Energieversorgung ergänzt; stellt daher fest, dass die Mitgliedstaaten auf der Grundlage gemeinsamer Ziele zusammenarbeiten müssen; betont darüber hinaus, dass der EU beim gut koordinierten, EU-weiten, aufeinander abgestimmten und nachhaltigen Umbau des Energiesystems eine wichtige Rolle zukommt, indem sie beispielsweise dafür sorgt, dass die nationalen Strategien mit den Zielen und Vorschriften der EU vereinbar sind; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, auch künftig nach Lösungen zu suchen, wie die vom Rat vereinbarten langfristigen Energie- und Klimaschutzziele der EU im Rahmen der weltweiten Bemühungen technologisch vielfältig, nachhaltig, wirtschaftlich, wettbewerbsgeprägt, sicher und unter geringstmöglicher Marktverzerrung verwirklicht werden können, und ihre Bemühungen, das Potenzial für kostenwirksame Energieeinsparungen – unter anderem mit Unterstützung der verfügbaren EU-Finanzinstrumente – in vollem Maße auszuschöpfen, auf nationaler Ebene fortzusetzen; weist zugleich darauf hin, welche Vorteile die Entwicklung eines koordinierten und nach Möglichkeit gemeinsamen EU-Konzeptes birgt, bei dem den Besonderheiten kleiner Energieerzeugungsanlagen und dem entsprechenden Flexibilitätsbedarf Rechnung zu tragen ist;

Het erkent en promoot het recht om zelfstandig te leven en vindt dat de overgang van institutionele naar gemeenschapsgerichte zorg moet worden ondersteund.
Er anerkennt und unterstützt das Recht auf ein unabhängiges Leben und unterstreicht, dass der Übergang von der institutionellen zur wohnortnahen Betreuung gefördert werden muss.

De EU erkent ten volle dat de liberalisering van diensten in sommige gevallen zal moeten worden ondersteund door een institutioneel en regelgevend kader, teneinde de concurrentie te garanderen en de toegang tot dergelijke diensten voor de armen te helpen verbeteren.
Die EU erkennt voll an, dass die Liberalisierung des Dienstleistungsverkehrs in gewissen Fällen möglicherweise der Stützung durch institutionelle Maßnahmen und einen Ordnungsrahmen bedarf, damit der Wettbewerb gewährleistet ist und der Zugang von armen Menschen zu den betreffenden Dienstleistungen verbessert wird.

7. ONDERSTREEPT de behoefte aan initiatieven die een aanpak beogen van een breed scala van kwesties die van strategisch belang zijn voor de toekomstige groei en concurrentiepositie van en duurzame ontwikkeling in Europa, door de voornaamste belanghebbenden samen te brengen rond gemeenschappelijke strategische onderzoeksagenda's en aldus de OO-krachten in Europa te bundelen en de interactie tussen overheid en particuliere sector te stimuleren; ERKENT dat het merendeel van die strategische onderzoeksagenda's door de industrie moet worden aangestuurd en zou kunnen worden ondersteund door de bestaande internationale en communautaire instrumenten, met inbegrip van het kaderprogramma; ERKENT dat, in een beperkt aantal gevallen, substantiëlere publiek-private partnerschappen nodig kunnen zijn;
7. VERWEIST AUF die Notwendigkeit von Initiativen, mit denen Kräfte zur Klärung vielfältiger strategisch bedeutender Fragen für das künftige Wachstum, die künftige Wettbewerbsfähigkeit und nachhaltige Entwicklung in Europa mobilisiert werden sollen, indem die Hauptakteure zusammengebracht werden, um sich auf der Grundlage gemeinsamer strategischer Forschungskataloge auszutauschen, und es somit zu einer Bündelung der FE-Kapazitäten in Europa kommt und die Wechselbeziehung zwischen privatem und öffentlichem Sektor positiv beeinflusst wird; STELLT FEST, dass die meisten strategischen Forschungskataloge von der Wirtschaft ausgehen sollten und von den bestehenden internationalen und gemeinschaftlichen Instrumenten einschließlich des Rahmenprogramms, unterstützt werden könnten; RÄUMT EIN, dass in einigen wenigen Fällen substanziellere Partnerschaften zwischen öffentlichem und privatem Sektor erforderlich sein können;