Derhalve werd voor alle producenten-exporteurs de normale waarde van het soortgelijke product overeenkomstig artikel 2, leden 3 en 6, van de basisverordening voorlopig door berekening vastgesteld. Daartoe werden de eigen productiekosten van de onderneming in het onderzoektijdvak vermeerderd met de verkoopkosten, algemene kosten en administratiekosten ("VAA-kosten") en een redelijke winstmarge.
Deshalb wurde der Normalwert der vergleichbaren Ware nach Artikel 2 Absätze 3 und 6 der Grundverordnung vorläufig rechnerisch ermittelt; zu diesem Zweck wurden die Produktionskosten des jeweiligen Unternehmens im UZ mit den ihm entstandenen Vertriebs-, Verwaltungs- und Gemeinkosten („VVG-Kosten“) und mit einer angemessenen Gewinnspanne beaufschlagt.