Vertaling van "onevenredig en discriminatoir " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

onevenredig
unzumutbar

onevenredige kosten
unverhältnismäßiger Aufwand

onevenredige administratieve lasten
unverhältnismässig hoher Verwaltungsaufwand

beginsel van non-discriminatoire behandeling
allgemeiner Grundsatz der Nicht-Diskriminierung

discriminatoire praktijk
diskriminierende Behandlung

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Honderden discriminatoire, ongerechtvaardigde of onevenredige vereisten die over de hele EU bestonden, zijn afgeschaft in belangrijke dienstensectoren zoals de kleinhandel, de diensten van gereglementeerde beroepen, de bouwsector, het toerisme en de sector zakelijke dienstverlening.
Hunderte diskriminierender, ungerechtfertiger oder unangemessener Anforderungen in der gesamten EU wurden in so wichtigen Dienstleistungssektoren wie dem Einzelhandel, den reglementierten Berufen, dem Bau- und dem Fremdenverkehrssektor sowie den Dienstleistungen für Unternehmen bereits beseitigt.

De Europese Commissie acht de betrokken wettelijke regeling (Wet op het gebruik van de talen in bestuurszaken) discriminatoir, onevenredig en in strijd met de EU-regels inzake het vrije verkeer van werknemers zoals neergelegd in artikel 45 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en Verordening (EEG) nr. 1612/68 betreffende het vrije verkeer van werknemers (thans gecodificeerd bij Verordening (EU) nr. 492/2011).
Die Europäische Kommission erachtet das betreffende Gesetz (Gesetz über die Verwendung der Sprachen in der Verwaltung –„loi sur l'emploi des langues en matière administrative“) als diskriminierend und unverhältnismäßig sowie als Verletzung der EU-Rechtsvorschriften über die Freizügigkeit der Arbeitnehmer, die in Artikel 45 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union und in der Verordnung 1612/68 über die Freizügigkeit der Arbeitnehmer (nunmehr durch die Verordnung 492/2011 kodifiziert) festgelegt sind.

C. ook rekening houdend met het feit dat het CCW, hoewel het beschouwd moet worden als een stapsgewijze benadering van ontwapening via 'regulering van het gebruik', met andere tekortkomingen kampt, zoals het ontbreken van verificatiemechanismen (en de noodzakelijke politieke wil om de naleving te waarborgen), onvoldoende duidelijkheid over de soorten wapens die onder het Verdrag vallen, het vrijblijvende karakter van bepalingen, en het feit dat dergelijke wapens op zeer controversiële en niet-discriminatoire wijzen (kunnen) worden gebruikt (resulterend in onnodige en onevenredig veel slachtoffers onder niet-strijders, gebruik in stedelijke gebieden), en dit toch niet verboden is in het Verdrag,
C. in der Erwägung ferner, dass das Übereinkommen über bestimmte konventionelle Waffen zwar als ein schrittweiser Ansatz zur Abrüstung mit Hilfe einer "Einsatz-Regulierung" betrachtet werden muss, dass dieses Übereinkommen aber andere Mängel aufweist, wie etwa: fehlende Überprüfungsmechanismen (und fehlender politischer Wille, um die Einhaltung des Übereinkommens zu gewährleisten); mangelhafte Eindeutigkeit in Bezug auf die Waffengattungen, die von dem Übereinkommen abgedeckt sind; freiwilliger Charakter der Bestimmungen; sowie der Umstand, dass derartige Waffen überaus kontrovers und unterschiedslos eingesetzt werden können und auch tatsächlich eingesetzt werden (Verursachung unnötiger und unverhältnismäßiger Verletzungen unter der Zivilbevölkerung, Einsatz in städtischen Gebieten) nach Maßgabe des Übereinkommens aber nach wie vor nicht verboten sind,

Volgens de verzoekende partijen houdt het bestreden decreet een onevenredige en discriminatoire aantasting in van hun gewettigd vertrouwen in de bestemming van hun streek en leefgebied.
Den klagenden Parteien zufolge untergrabe das angefochtene Dekret auf unverhältnismässige und diskriminierende Weise ihr legitimes Vertrauen in die Zweckbestimmung ihrer Region und ihres Lebensraums.

Het eerste middel is afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 160 en 191 van de Grondwet, doordat de bestreden bepalingen een niet-verantwoord, onevenredig en discriminatoir onderscheid invoeren, enerzijds, tussen de asielzoekers en de andere vreemdelingen die wettig op het grondgebied verblijven en, anderzijds, tussen verschillende categorieën van asielzoekers en doordat de bestreden bepalingen een te grote vrijheid laten aan de Koning om in bepaalde gevallen de procedure voor de Raad van State vast te stellen.
Der erste Klagegrund sei abgeleitet aus einem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit den Artikeln 160 und 191 der Verfassung, da die angefochtenen Bestimmungen einen nicht gerechtfertigten, unverhältnismässigen und diskriminierenden Unterschied einführten, und zwar einerseits zwischen den Asylbewerbern und den anderen Ausländern, die sich rechtmässig auf dem Staatsgebiet aufhielten, und andererseits zwischen verschiedenen Kategorien von Asylbewerbern, und da die angefochtenen Bestimmungen dem König eine zu grosse Freiheit gewährten, in bestimmten Fällen das Verfahren vor dem Staatsrat festzulegen.

De verzoekende partijen voeren als vierde middel de schending aan, door het bestreden decreet, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 16, 22 en 23 van de Grondwet, met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij hetzelfde Verdrag, doordat het bestreden decreet een discriminatoire beperking van grondrechten inhoudt, met name het recht op eigendom, leefmilieu en privé-leven, die noch bij wet is geschied in de zin van een algemene regel, noch gerechtvaardigd is door een wettige grond, of minstens als onevenredig dient te worden beschouwd.
Die klagenden Parteien machen als vierten Klagegrund geltend, dass das angefochtene Dekret unvereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, in Verbindung mit den Artikeln 16, 22 und 23 der Verfassung, mit den Artikeln 8 und 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu derselben Konvention, indem das angefochtene Dekret eine diskriminierende Einschränkung von Grundrechten beinhalte, wobei es sich insbesondere um das Eigentumsrecht, die Umwelt und das Privatleben handele; diese Einschränkung sei weder durch ein Gesetz im Sinne einer allgemeinen Regel erfolgt, noch auf gesetzlicher Grundlage gerechtfertigt oder müsse mindestens als unverhältnismässig gelten.

Er moet worden onderzocht of de in het geding zijnde verplichting niet het risico inhoudt dat op een discriminatoire manier een onevenredige inbreuk wordt gemaakt op het privé-leven en het gezinsleven van die categorie van personen, met schending van het recht dat bij artikel 22 van de Grondwet en bij artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens wordt gewaarborgd.
Es ist zu prüfen, ob die betreffende Verpflichtung nicht Gefahr läuft, auf diskriminierende Weise das Privat- und Familienleben dieser Kategorie von Personen unverhältnismässig zu beeinträchtigen, dies unter Missachtung des durch Artikel 22 der Verfassung und Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention gewährleisteten Rechtes.