2. Voor een overgangsperiode die loopt tot 31 december 2014, kunnen de lidstaten op specifieke punten van de eerste zin van lid 1 afwijken, voor muntsorteermachines die op 11 januari 2011 in gebruik waren e
n in staat gebleken zijn om valse euromunten, euro
munten die voor circulatie ongeschikt zijn en andere voorwerpen die er als
munten uitzien die niet aan de specificaties van echte euro
munten voldoen, te ontdekken, ook als die machines niet op de lijs
...[+++]t van artikel 5, lid 2, staan.
(2) Innerhalb einer Übergangsfrist bis zum 31. Dezember 2014 können die Mitgliedstaaten bestimmte Ausnahmen von Absatz 1 Satz 1 für am 11. Januar 2011 in Gebrauch befindliche Münzsortiergeräte einführen, die nachweislich für die Erkennung gefälschter Euro-Münzen, nicht für den Umlauf geeigneter Euro-Münzen und sonstiger münzähnlicher Objekte, die nicht die Merkmale echter Euro-Münzen erfüllen, geeignet sind, auch wenn diese Geräte nicht in dem in Artikel 5 Absatz 2 genannten Verzeichnis enthalten sind.