Die bepaling moet in verband worden gebracht met artikel 489 van het Burgerlijk Wetboek, dat, vóór de vervanging ervan bij artikel 33 van de wet van 17 maart 2013 bepaalde : « Een meerderjarige die zich in een aanhoudende staat van onnozelheid of krankzinnigheid bevindt, moet worden onbekwaam verklaard, zelfs wanneer in die staat heldere tussenpozen voorkomen ».
Diese Bestimmung ist in Verbindung mit Artikel 489 des Zivilgesetzbuches zu betrachten, der vor seiner Ersetzung durch Artikel 33 des Gesetzes vom 17. März 2013 bestimmte: « Ein Volljähriger, der sich in einem andauernden Zustand des Schwachsinns oder der Demenz befindet, muss entmündigt werden, selbst wenn es in seinem Zustand lichte Augenblicke gibt ».