Vertaling van "ontbeende ham met zwoerd " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

ontbeende ham met zwoerd
Schinken mit Schwarte, entbeint

ontbeende ham zonder zwoerd en zonder spek
Schinken ohne Schwarte und Speck, entbeint

in V-vorm geneden ontbeende ham
V-förmiger Schinken, entbeint

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De vetlaag op de buitenkant van een verse bijgekante ham is, afhankelijk van de grootte, 15 tot 30 millimeter dik, het zwoerd daarbij inbegrepen.
Bei frischen Keulen muss die äußere Fettschicht der frischen zugeschnittenen Keule einschließlich der Schwarte je nach Größenklasse zwischen 15 und 30 mm dick sein.

De supermarkten Asda verkoopt in het Verenigd Koninkrijk ham met de benaming «Prosciutto di Parma»; Asda koopt de ham bij Hygrade, die op haar beurt de ham ontbeend, maar niet-gesneden betrekt bij een Italiaanse producent die is aangesloten bij het Consorzio del Prosciutto di Parma.
- Die Firma Asda verkauft in ihren Supermärkten im Vereinigten Königreich Schinken, der die Bezeichnung .Parmaschinken" führt. Asda bezieht den Schinken von der Firma Hygrade, die ihn ihrerseits entbeint, aber ungeschnitten von einem italienischen Hersteller bezieht, der Mitglied des Consorzio del Prosciutto di Parma ist.

f) "buik" bedoeld bij de onderverdelingen 0203 19 15, 0203 29 15, 0210 12 11 en 0210 12 19: het onderste deel van het halve dier tussen ham en schouder, ook genaamd "buikspek", met of zonder been, maar met het zwoerd en het spek;
f) "Bäuche" im Sinne der Unterpositionen 0203 19 15, 0203 29 15, 0210 12 11 und 0210 12 19 der auch als Bauchspeck oder durchwachsener Speck bezeichnete untere Teil des halben Tierkörpers zwischen Schinken und Schulter, mit oder ohne Knochen, jedoch mit Schwarte und Speck;

b) "ham" bedoeld bij de onderverdelingen 0203 12 11, 0203 22 11, 0210 11 11 en 0210 11 31: het achterste (caudale) deel van het halve dier, met been, al dan niet met inbegrip van de poot, de schenkel, het zwoerd of het spek.
b) "Schinken" im Sinne der Unterpositionen 0203 12 11, 0203 22 11, 0210 11 11 und 0210 11 31 der hintere (kaudale) Teil des halben Tierkörpers mit Knochen, mit oder ohne Pfote, Eisbein, Schwarte oder Speck.