De verklaring roept in herinnering dat landen de primaire verantwoordelijkheid hebben om een ondersteunende omgeving te creëren voor het werk van mensenrechtenverdedigers, waarin personen, groeperingen en organisaties vreedzame activiteiten ter bevordering en bescherming van de mensenrechten kunnen ontplooien, zonder andere beperkingen dan die welke op grond van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens zijn toegestaan.
In der Erklärung wird daran erinnert, dass für die Schaffung von förderlichen Bedingungen für die Arbeit von Menschenrechtsverteidigern, die es Einzelpersonen, Gruppen und Verbänden ermöglichen, sich mit friedlichen Mitteln für die Förderung und den Schutz der Menschenrechte einzusetzen, wobei sie nur den gemäß der Europäischen Menschenrechtskonvention zulässigen Einschränkungen unterliegen, in erster Linie die Staaten zuständig sind.