Overwegende het feit dat de aldus ingestelde graad van licentiaat in de rechten « niet volstaat om sommige [|PO] openbare betrekkingen te mogen uitoefenen [|PO], zoals lid van de rechterlijke orde, of lid van de Raad van State » (Gedr. St., Senaat, 1970-1971, nr. 464, p. 2), heeft de wetgever de wet van 31 mei 1972 betreffende de wettelijke gevolgen verbonden aan de graad van licentiaat in de rechten aangenomen, welke de eerste bepaling is die aan het Hof wordt voorgelegd.
In Erwägung der Tatsache, dass der so eingeführte Grad eines Lizentiaten der Rechte « nicht ausreicht, um bestimmte [.] öffentliche Stellen bekleiden zu dürfen [.], wie z.B. als Mitglied des Richterstandes oder als Mitglied des Staatsrates » (Parl. Dok., Senat, 1970-1971, Nr. 464, S. 2), hat der Gesetzgeber das Gesetz vom 31. Mai 1972 bezüglich der mit dem Grad eines Lizentiaten der Rechte verbundenen gesetzlichen Folgen angenommen; dies ist die erste Bestimmung, die dem Hof vorgelegt wird.