Traduction de «opgerichte fondsen waarvoor » (Néerlandais → Allemand) :

36. stelt vast dat eind 2013, 940 financieringsinstrumenten (FI’s) opgericht waren in het kader van 176 operationele programma's (OP) van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Sociaal Fonds (ESF) in 25 lidstaten; is met name bezorgd dat slechts 47% van de 14,3 miljard EUR (6,7 miljard EUR) die aan de FI's was verstrekt ook daadwerkelijk was uitbetaald aan de eindbegunstigden, ook al houdt dit percentage een stijging in ten opzichte van de 4,7 miljard EUR die eind 2012 was uitbetaald; stelt vast dat het gemiddelde uitbetalingspercentage van 47% eind 2013 een zekere variatie tussen fondsen en lidstaten verhult; wijst erop dat de gemiddelde uitbetaling alle 900 fondsen dekt: de in 2008 opgerichte fondsen en de in 2013 nieuw opgerichte fondsen waarvoor de uitvoering nog maar net van start gegaan was; is van mening dat hoewel sommige fondsen ondermaats presteren, er andere zijn die al 100% absorptie hebben bereikt en nu roterende middelen opnieuw investeren;
36. stellt fest, dass bis Ende 2013 im Rahmen von 176 operativen Programmen des Europäischen Fonds für regionale Entwicklung (EFRE) und des Europäischen Sozialfonds (ESF) in 25 Mitgliedstaaten 941 Finanzierungsinstrumente eingerichtet wurden; ist besonders besorgt darüber, dass nur 47 % der zugunsten von Finanzierungsinstrumenten gezahlten 14,3 Mrd. EUR (6,7 Mrd. EUR) tatsächlich an die Endbegünstigten ausgezahlt wurden, obwohl diese Summe größer ist als die bis Ende 2012 ausgezahlten 4,7 Mrd. EUR; stellt fest, dass die durchschnittliche Auszahlungsquote von 47 % Ende 2013 bestimmte Unterschiede zwischen den Mitteln und den Mitgliedstaaten nicht erkennen lässt; weist darauf hin, dass die durchschnittliche Auszahlungsquote alle 900 Fonds abdeckt: diejenigen, die 2008 eingerichtet wurden, sowie diejenigen, die erst 2013 neu ins Leben gerufen wurden und deren Umsetzung gerade erst begonnen hat; stellt fest, dass einige Fonds unterdurchschnittliche Ergebnisse aufweisen, andere jedoch bereits zu 100 % absorbiert wurden und nun revolvierende Fonds erneut investiert werden;

Ondanks dit methodologisch voorbehoud kan worden gesteld dat het eerste verslag van de Waarnemingspost een aantal bruikbare elementen bevat, namelijk: - een indicatie van het bestaan van allerlei problemen, houdingen en gedrag binnen het MKB, waardoor een gedifferentieerde beleidsmatige aanpak voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen terecht is; - een gedifferentieerde bijdrage van het midden- en kleinbedrijf aan de werkgelegenheid, aangezien netto alleen de microbedrijven in 1991-1992 nieuwe banen hebben kunnen creëren; die jaren werden gekenmerkt door een aanzienlijke vermindering van het aantal middelgrote en grote ondernemingen en van de werkgelegenheid die deze ondernemingen boden; - het belang passende informatie en goed advies te verschaffen, evenals een goede opleiding voor pas opgerichte ondernemingen; - de rol van de Gemeenschap bij het bieden van hulp bij samenwerking en bij transnationale zakelijke banden, ter bevordering van samenwerkingsmogelijkheden en ter stimulering van ondernemingen die nog een zekere koudwatervrees ten aanzien van samenwerking hebben; - de verschillen in financiële problemen, die afhankelijk zijn van de aard van de onderneming (omvang en sector) en van het doel waarvoor geld nodig is (oprichting, uitbreiding, liquiditeitspositie, overgang); - de omvang van de inspanningen van de Gemeenschap in het kader van het INTERREG-initiatief en door middel van bijdragen van de structuurfondsen om hulp te bieden aan ondernemingen en om de economische ontwikkeling te bevorderen door samenwerking over de grens en transnationale samenwerking; - de behoefte de opname van communautaire fondsen door het MKB te stimuleren, de financiële lasten te verlichten, te helpen bij de ontwikkeling van financiële instellingen die op de behoeften van het MKB zijn afgestemd en bij te dragen aan de ontwikkeling van voldoende management in probleemgebieden.
Abgesehen von diesem die Methodik betreffenden Vorbehalt enthält der Bericht des Beobachtungsnetzes jedoch eine Reihe nützlicher Feststellungen: - innerhalb des KMU-Sektors scheinen verschiedene Probleme, Haltungen und Verhaltensweisen zu bestehen, die jeweils unterschiedliche Maßnahmen für Kleinst-, Klein- und Mittelbetriebe rechtfertigen; - die KMU haben einen positiven Beitrag zur Beschäftigungslage geleistet, da lediglich die kleinsten Betriebe in den Jahren 1991 und 1992, als sowohl die Zahl der mittleren und großen Unternehmen als auch die Zahl deren Beschäftigten bedeutend zurückging, in der Lage waren, tatsächlich Arbeitsplätze zu schaffen; - eine angemessene Information und Beratung bzw. Betreuung sowie ein entsprechendes Ausbildungsangebot ist für neu gegründete Unternehmen von großer Bedeutung; - die Gemeinschaft spielt eine wichtige Rolle bei der Unterstützung der Zusammenarbeit und der Geschäftsbeziehungen über die Landesgrenzen hinweg, bei der Förderung des Potentials für die Zusammenarbeit und bei der Ermutigung kooperationsunwilliger Unternehmen; - die finanziellen Probleme unterscheiden sich je nach Art des betrachteten Unternehmens (Größe und Sektor) und Finanzbedarf (Neugründung, Expansion, Liquiditätslage oder Übertragung); - die Maßnahmen der Gemeinschaft spielen eine bedeutende Rolle bei der Unterstützung von Unternehmen und der Förderung der wirtschaftlichen Entwicklung durch die grenzüberschreitende und länderübergreifende Zusammenarbeit, vor allem mit Hilfe der Initiative INTERREG und der Interventionen der Strukturfonds; - es gibt einen Handlungsbedarf bei der Verbesserung der Ausschöpfung der Gemeinschaftsmittel durch KMU, der Verringerung der finanziellen Belastung, der Förderung finanzieller Institutionen, die auf die Bedürfnisse der KMU zugeschnitten sind sowie der Unterstützung bei der Aus- und Weiterbildung von Führungskräften in benachteiligten Regionen.