I. overwegende dat lidmaatschap van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) voor het aangaan van handelsbesprekingen geen voorwaarde is, zoals aangetoond door de handelsbepalingen van de associatieovereenkomsten met respectievelijk Libanon en Algerije, de interimovereenkomst met de Palestijnse Gebieden, de opgeschorte onderhandelingen met Libië en de niet-geratificeerde overeenkomst met Syrië;
I. in der Erwägung, dass die Mitgliedschaft in der Welthandelsorganisation (WTO) keine Voraussetzung für die Führung von Handelsverhandlungen ist, wie durch die Handelsbestimmungen der Assoziierungsabkommen mit dem Libanon und Algerien, dem Interimsabkommen mit den Palästinensischen Gebieten, den ausgesetzten Verhandlungen mit Libyen und dem nicht ratifizierten Abkommen mit Syrien gezeigt;