Door te verwijzen naar artikel 28bis, §§ 1 en 2, van het Wetboek van Strafvordering, onderwerpt artikel
47ter de bijzondere opsporingsmethoden die zouden kunnen worden aangewend in de loop van een proactief onderzoek aan de voorwaarden waaraan dat onderzoek is onderworpen : het bestaan van een redelijk vermoeden van te plegen of reeds gepleegde maar nog niet aan het licht gebrachte strafbare feiten, en die worden of zouden worden gepleegd in het kader van een criminele organisatie, zoals gedefinieerd door de wet, of die misdaden of wanbedrijven uitmaken of zouden uitmaken, zoals bedoeld in artikel 90ter, §§ 2, 3 en 4, van het Wetboek van
...[+++] Strafvordering.Durch die Bezugnahme auf Artikel 28bis §§ 1 und 2 des Strafprozessgesetzbuches schreibt Artikel 47ter
für die besonderen Ermittlungsmethoden, die im Laufe einer proaktiven Untersuchung angewandt werden könnten, die Bedingungen vor, die für eine solche Untersuchung gelten: Vorliegen einer vernünftigen Vermutung, dass strafbare Taten begangen w
ürden oder begangen worden seien, die jedoch noch nicht bekannt seien, entweder im Rahmen einer kriminellen Organisation im Sinne der gesetzlichen Definit
...[+++]ion oder wenn die Handlungen ein Verbrechen oder ein Vergehen im Sinne von Artikel 90ter §§ 2, 3 und 4 des Strafprozessgesetzbuches darstellen oder darstellen würden.