Volgens vaste rechtspraak van het Hof moet het begrip „burgerlijke en handelszaken” evenwel worden aangemerkt als een autonoom begrip (ten opzichte van het nationale recht van de staten), en moet het worden uitgelegd aan de hand van, enerzijds, de doelen en het stelsel van het verdrag en, anderzijds, de algemene beginselen die in alle nationale rechtsstelsels worden gevonden.
Nach ständiger Rechtsprechung des Gerichtshofs ist der Begriff „Zivil- und Handelssachen“ als (gegenüber dem innerstaatlichen Recht der Vertragsstaaten) autonomer Begriff anzusehen, bei dessen Auslegung die Zielsetzungen und die Systematik des Übereinkommens sowie die allgemeinen Rechtsgrundsätze, die sich aus der Gesamtheit der nationalen Rechtsordnungen ergeben, berücksichtigt werden müssen.