Traduction de «ouder eurostat » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE

oudere werkende | oudere werknemer
älterer Arbeitnehmer

aflossing van de oudere generatie [ bevolkingsregeneratie | verjonging van de bevolking | vervanging van de oudere generatie ]
Geburtenbilanz [ natürliche Bevölkerungserneuerung ]

Europees Jaar voor actief ouder worden | Europees Jaar voor actief ouder worden en solidariteit tussen de generaties
Europäisches Jahr für aktives Altern und Solidarität zwischen den Generationen

ouder | ouders | P [Abbr.]
Elter | Eltern | P [Abbr.]

ouders
Eltern

ouder
Elternteil

verblijfplaats van de ouders
elterlicher Wohnort

Eurostat [ BSEG | bureau voor de statistiek van de Europese Gemeenschappen | bureau voor de statistiek van de Europese Unie ]
Eurostat [ SAEG | Statistisches Amt der Europäischen Gemeinschaften | Statistisches Amt der Europäischen Union ]

ongehuwde ouder [ ongehuwde moeder | ongehuwde vader ]
unverheirateter Elternteil [ alleinerziehende Mutter | alleinerziehender Elternteil | alleinerziehender Vater ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

De vergrijzing van de bevolking zal nog twee andere effecten hebben op de zorgsector en het verzorgen van ouderen: de stijging van het aantal personen ouder dan 65 jaar (+ 64% tussen 2002 en 2050, volgens het basisscenario van Eurostat) en de stijging van het aantal personen ouder dan 80 jaar (dat in die periode van 14,8 naar 37,9 miljoen zal gaan).
Die Alterung der Bevölkerung wird sich in zweierlei Hinsicht auf die Gesundheitsversorgung und die Betreuung der älteren Menschen auswirken: Es wird mehr Menschen im Alter von über 65 Jahren (+64 % zwischen 2002 und 2050, je nach dem von Eurostat zugrunde gelegten Szenario) und mehr Personen von über 80 Jahren geben (im gleichen Zeitraum von 14,8 auf 37,9 Millionen).

- Werkgelegenheidscijfer, totaal, voor vrouwen, en voor oudere werknemers (eurostat)
- Beschäftigungsrate, insgesamt, für Frauen und für ältere Erwerbspersonen (EUROSTAT)

De uitsplitsing per leeftijdsgroepen van vijf jaar (AGE.L) wordt gevraagd tot en met „100 jaar en ouder”; Eurostat verspreidt de gegevens per leeftijdsgroepen van vijf jaar echter slechts tot en met „90 jaar en ouder” (NUTS-niveau 3).
Die Untergliederung nach Altersklassen von fünf Jahren (AGE.L) wird bis „100 Jahre und älter“ verlangt; Eurostat verbreitet Daten nach Altersklassen von fünf Jahren jedoch nur bis „90 Jahre und älter“ (auf der Ebene NUTS 3).

De uitsplitsing per eenjaarsgroep (AGE.H) wordt gevraagd tot en met „110 jaar en ouder”; Eurostat verspreidt de gegevens per eenjaarsgroep echter slechts tot en met „100 jaar en ouder” (nationaal en NUTS-niveau 2).
Die Untergliederung nach einzelnem Altersjahr (AGE.H) wird bis „110 Jahre und älter“ verlangt; Eurostat verbreitet Daten nach einzelnem Altersjahr jedoch nur bis „100 Jahre und älter“ (auf nationaler Ebene und der Ebene NUTS 2).

8. constateert met bezorgdheid dat meer dan 20 lidstaten hun onderwijsuitgaven in relatieve termen (als percentage van het bbp) hebben verlaagd, waardoor hun groei en hun concurrentiepositie in gevaar komen, mede door de discrepantie tussen de vraag op de arbeidsmarkt en de feitelijke kwalificaties van de beroepsbevolking; wijst erop dat het verlagen van deze investeringen de EU structureel nog verder zal verzwakken, gezien de discrepantie tussen de toenemende behoefte aan hoogopgeleide werknemers en het feit dat een groot deel van de beroepsbevolking in veel lidstaten momenteel uit laagopgeleiden bestaat; waarschuwt dat volgens Eurostat in 2011 bijna de helft van de kinderen van ouders met een laag opleidingsniveau in de EU-27 met armoede werd bedreigd, versus 22% van de kinderen van ouders met een gemiddeld opleidingsniveau en 7% van de ouders met een hoger opleidingsniveau, waarbij Eurostat de grootste verschillen vond in Roemenië (78% van de kinderen uit een huishouden met een laag opleidingsniveau versus 2% van de kinderen uit een huishouden met een hoog opleidingsniveau), de Tsjechische Republiek (76% en 5%), Slowakije (77% en 7%), Bulgarije (71% en 2%) en Hongarije (68% en 3%);
8. äußert sich besorgt darüber, dass mehr als 20 Mitgliedstaaten die Bildungsausgaben relativ betrachtet (d. h. in Prozent des BIP) gekürzt haben und sie so ihr Wachstum und ihre Wettbewerbsfähigkeit gefährden, die auch durch die Diskrepanz zwischen den Erfordernissen des Arbeitsmarktes und den tatsächlichen Qualifikationen der Arbeitskräfte beeinträchtigt werden; weist darauf hin, dass – in Anbetracht des zunehmenden Bedarfs an hochqualifizierten Arbeitskräften und der Tatsache, dass in vielen Mitgliedstaaten ein hoher Anteil der Arbeitskräfte derzeit gering qualifiziert ist – durch die Reduzierung solcher Investitionen die Strukturschwäche der EU zunimmt; weist darauf hin, dass Eurostat-Daten zufolge in der EU27 im Jahre 2011 beinahe die Hälfte aller Kinder von Eltern mit einem niedrigen Bildungsniveau von Armut bedroht waren, während der Anteil bei Kindern von Eltern mit einem mittleren Bildungsniveau 22 % und bei Kindern von Eltern mit einem hohen Bildungsniveau 7 % betrug, wobei gemäß Eurostat die größten Unterschiede in Rumänien zu verzeichnen waren (78 % der Kinder aus einem Haushalt mit einem niedrigen Bildungsniveau gegenüber 2 % der Kinder aus einem Haushalt mit einem hohen Bildungsniveau), gefolgt von der Tschechischen Republik (76 % und 5 %), der Slowakei (77 % und 7 %), Bulgarien (71 % und 2 %) und Ungarn (68 % und 3 %);

Het aandeel mobiele EU-burgers (15 jaar en ouder) die economisch inactief zijn, daalde van 34,1 % in 2005 naar 30,7 % in 2012 (Eurostat, EU-LFS).
Der Anteil mobiler EU-Bürger (15 Jahre und älter) ohne Erwerbstätigkeit ging von 34,1 % im Jahr 2005 auf 30,7 % im Jahr 2012 zurück (Eurostat, EU-Arbeitskräfteerhebung).

19. constateert dat meer dan 17 % van de burgers in de Europese Unie thans 65 jaar of ouder is en dat dit percentage volgens de ramingen van Eurostat zal stijgen tot 30 % in 2060;
19. macht darauf aufmerksam, dass mehr als 17 % der Bürger der Europäischen Union über 65 Jahre alt sind und diese Zahl gemäß Eurostat-Prognosen im Jahr 2060 30 % erreichen wird;

19. constateert dat meer dan 17% van de burgers in de Europese Unie thans 65 jaar of ouder is en dat dit percentage volgens de ramingen van Eurostat zal stijgen tot 30% in 2060;
19. macht darauf aufmerksam, dass mehr als 17 % der Bürger der Europäischen Union über 65 Jahre alt sind und diese Zahl gemäß Eurostat-Prognosen im Jahr 2060 30 % erreichen wird;

11. vraagt dat de Commissie/Eurostat zich voorziet van een volledig scorebord voor armoede en sociale uitsluiting, en de statistieken aanvult met een kwalitatieve en participerende benadering, uitgesplitst naar geslacht en leeftijd, om het probleem van de armoede onder oudere vrouwen te belichten; hoopt dat een volledig operationeel zijnd Europees Instituut voor gendergelijkheid zal helpen het tekort aan naar geslacht uitgesplitste gegevens op te lossen;
11. fordert, dass sich die Kommission/Eurostat einen umfassenden Überblick über die Armut und die soziale Ausgrenzung verschaffen und die Statistiken unter Verfolgung eines nach Geschlecht und Alter aufgeschlüsselten qualitativen und partizipativen Ansatzes erstellen, um das Problem der Armut bei älteren Frauen hervorzuheben; hofft, dass das Europäische Institut für Gleichstellungsfragen, sobald es voll funktionsfähig ist, zur Lösung des Problems fehlender systematischer und vergleichbarer sowie nach Geschlechtern aufgeschlüsselter Daten beitragen wird;

Uit statistische gegevens van Eurostat blijkt dat de EU-bevolking tussen 1975 en 1995 is gegroeid van 349 naar 372 miljoen mensen, terwijl het aandeel oudere mensen - in de leeftijd van 65 jaar en ouder - toenam van 13% naar 15%.
Statistische Daten von Eurostat zeigen, dass die EU-Bevölkerung zwischen 1975 und 1995 von 349 auf 372 Mio. Menschen wuchs, während sich der Anteil älterer Menschen - im Alter von 65 und mehr Jahren - von 13 % auf 15,4 % erhöhte.