« Schendt artikel 149, § 1, van het decreet [van het Vlaamse Gewest] van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening (D.R.O.), zoals laatstelijk gewijzigd door artikel 8 van het decreet van 4 juni 2003 houdende wijziging van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, wat he
t handhavingsbeleid betreft, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het aan de strafrechter de opp
ortuniteitsafweging overlaat om voor een bewezen fout die in oorzakelijk verband staat met schade (aan
...[+++]het stedenbouwkundig weefsel) al dan niet het herstel (in natura ) te bevelen ?
« Verstösst Artikel 149 § 1 des Dekrets [der Flämischen Region] vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung, in der zuletzt durch Artikel 8 des Dekrets vom 4. Juni 2003 zur Abänderung des Dekrets vom 18. Mai 1999 über die Organisation der Raumordnung hinsichtlich der Durchführungspolitik abgeänderten Fassung, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er dem Strafrichter die Beurteilung dessen überlässt, ob es angebracht ist, für ein als erwiesen geltendes Verschulden, das einen Kausalzusammenhang mit dem (städtebaulichen) Schaden aufweist, die Wiederherstellung (in natura ) anzuordnen oder nicht?