1 . Tot het verstrijken van een termijn van twaalf maanden , te rekenen vanaf de datum waarop de aangifte daarvan voor het vrije verkeer is aanvaard , mogen de met vrijstelling ingevoerde persoonlijke goederen niet worden uitgeleend , verpand , verhuurd , noch onder bezwarende titel of om niet worden overgedragen , zonder dat de bevoegde autoriteiten daarvan vooraf in kennis zijn gesteld .
(1) Vor Ablauf einer Frist von zwölf Monaten nach Annahme des Antrags auf Überführung in den zollrechtlich freien Verkehr darf das unter Befreiung von den Eingangsabgaben eingeführte Übersiedlungsgut ohne vorherige Unterrichtung der zuständigen Behörden weder verliehen, verpfändet, vermietet, veräußert noch überlassen werden.