4. herinnert eraan dat het EOM bevoegd dient te zijn voor strafbare feiten in verband met fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt; herinnert er in dit kader aan dat de desbetreffende strafbare feiten moeten worden vastgelegd in de voorgestelde richtlijn betreffende de strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt (de PIF-richtlijn); verzoekt de Raad om rekening te houden met hetgeen door de medewetgevers tijdens de onderhandelingen over de
goedkeuring van de PIF-richtlijn reeds is bereikt en zich actief in te zetten om te komen tot een akkoord over deze richtlijn met het oog op de
...[+++]oprichting van het EOM; 4. erinnert daran, dass die EStA für Straftaten im Zusammenhang mit gegen die finanziellen Interessen der Europäischen Union gerichtetem Betrug zuständig sein sollte; erinnert in diesem Zusammenhang daran, dass die einschlägigen Straftatbestände in der vorgeschlagenen Richtlinie über die strafrechtliche Bekämpfung von gegen die finanziellen Interessen der Europäischen Union gerichtetem Betr
ug (die sogenannte „PIF-Richtlinie“) aufzuführen sind; fordert den Rat auf, sich erneut darum zu bemühen, bei dieser Richtlinie – als Voraussetzung für die Errichtung der EStA – eine Einigung zu erreichen, wobei jedoch auch die Fortschritte anerkannt
...[+++] werden, die von den Mitgesetzgebern in den Verhandlungen zur Annahme der PIF-Richtlinie erzielt wurden;