Vertaling van "plaatsvervangende notarissen " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE

..Bureau Notarissen (vòòr 1974) | Bureau Rechterlijke Macht en Notarissen
Referat Notariat

plaatsvervangend aanklager bij het ICTY | plaatsvervangend aanklager bij het Internationaal Straftribunaal voor het voormalige Joegoslavië
Stellvertretender Ankläger beim Internationalen Strafgerichtshof für das ehemalige Jugoslawien

plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad | plaatsvervangend secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie
Stellvertretender Generalsekretär des Rates | Stellvertretender Generalsekretär des Rates der Europäischen Union

vennootschap van notarissen
Notargesellschaft

professionele vennootschap van notarissen
als Gesellschaft konstituierte Notar-Arbeitsgemeinschaft

kamer van notarissen
Notariatskammer

koninklijk federatie van notarissen
Königlicher Notarverband

kamer van notarissen
Notariatskammer | Notarkammer

plaatsvervangend voorzitter
stellvertretender Vorsitzender

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

De Commissie wordt bijgestaan door een college van steunverlenende notarissen, bestaande uit tien gewone en tien plaatsvervangende notarissen bedoeld bij artikel 1 van de wet tot regeling van het notariusambt van 16 maart 1803 (25 Ventôse - 5 germinal Jaar XI), volgens deze verdeling :
Die Kommission wird von einem Kollegium der beistehenden Notare unterstützt, das sich aus zehn ordentlichen und zehn stellvertretenden Notaren zusammensetzt, die in Artikel 1 des Gesetzes vom 16. März 1803 über die Organisation des Notariatswesens (25. Ventôse - 5. Germinal des Jahres XI nach dem republikanischen Kalender) genannt sind, und zwar nach folgender Verteilung:

" 17° twee gewone en twee plaatsvervangende vertegenwoordigers van de notarissen voorgedragen door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat;
" 17° zwei effektive und zwei stellvertretende Vertreter der Notare, die von der " Fédération royale du Notariat belge" (Königliche Föderation der belgischen Notare) vorgeschlagen werden;

De verzoeker antwoordt dat de argumentering van de Ministerraad waarbij een discriminatie tussen notarissen en plaatsvervangende notarissen wordt weerlegd, niet relevant is, vermits de aangeklaagde discriminatie wordt ingevoerd tussen, enerzijds, de kandidaat-plaatsvervangers die door de te vervangen notaris of de procureur des Konings of de Kamer van notarissen zijn voorgedragen en, anderzijds, de andere notarissen die een plaatsvervanging zouden wensen te verkrijgen maar die zich niet kandidaat kunnen stellen.
Der Kläger erwidert, die Argumentation des Ministerrates, mit der eine Diskriminierung zwischen Notaren und stellvertretenden Notare widerlegt werde, sei nicht sachdienlich, da die angeprangerte Diskriminierung zwischen einerseits den durch den zu ersetzenden Notar oder den Prokurator des Königs oder die Notarkammer vorgeschlagenen stellvertretenden Notaranwärtern und andererseits den anderen Notaren, die eine Stellvertretung wünschten, sich jedoch nicht bewerben dürften, bestehe.

Hij is van mening dat de notarissen en de plaatsvervangende notarissen geen voldoende vergelijkbare categorieën zijn.
Er ist der Meinung, dass die Notare und die stellvertretenden Notare keine ausreichend vergleichbaren Kategorien seien.

In een tweede middel, dat is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, is de verzoeker van mening dat de kandidaat die niet zijn kandidatuur heeft kunnen stellen, tegen de aanwijzing van de plaatsvervangende notaris door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg (ongeacht of laatstgenoemde handelt op eenzijdig verzoekschrift of op voorstel van de procureur des Konings of van de Kamer van notarissen) over geen enkel beroep beschikt, noch voor de gewone rechtbanken, noch voor de Raad van State, zonder dat dit wordt verantwoord door de doelstelling die erin bestaat de continuïteit van de notariële openbare dienst te verzekeren.
In einem zweiten, aus dem Verstoss gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung abgeleiteten Klagegrund vertritt der Kläger den Standpunkt, dass ein Bewerber, der sich nicht habe bewerben können, über keinerlei Einspruchsmöglichkeit gegen die Benennung des stellvertretenden Notars durch den Präsidenten des Gerichts erster Instanz verfüge (ungeachtet dessen, ob dieser auf einseitigen Antrag hin oder auf Vorschlag des Prokurators des Königs oder der Notarkammer hin handele), und zwar weder vor den ordentlichen Gerichten noch vor dem Staatsrat, ohne dass die Zielsetzung, die Kontinuität des öffentlichen Notariatsdienstes zu gewährleisten, dies rechtfertige.