In het in B.3.3 geciteerde oorspronkelijke artikel 13 van de wet van 24 augustus 1919 was gesteld dat de Regering ertoe werd gemachtigd de aanplakking van « alle hoe ook genaamde plakbrieven of van plakbrieven die eene zekere grootte te buiten gaan » op bepaalde plaatsen te verbieden en in het opschrift van de wet van 24 augustus 1919 is sprake van « uithangborden, plakkaten en reclame-toestellen van allen aard dienende tot bekendmaking van nijverheids- of handelsbedrijven ».
In dem in B.3.3 zitierten ursprünglichen Artikel 13 des Gesetzes vom 24. August 1919 hieß es, dass die Regierung ermächtigt wird, das Anbringen « gleich welcher Plakate [« plakbrieven »] oder solcher, die über eine gewisse Größe hinausgehen » an bestimmten Orten zu verbieten, und in der Uberschrift des Gesetzes vom 24. August 1919 war die Rede von « Aushängeschildern, Tafeln und Werbevorrichtungen aller Art zur Bekanntmachung von Industrie- oder Handelsunterunternehmen ».