Vertaling van "pleit er gezien het relatief hoge aantal ingediende projecten " (Nederlands → Duits) :

15. spreekt in het kader van de programma „Mensen” zijn steun uit voor de Marie Curie-acties, die voor onderzoekers in hun carrière van grote waarde zijn, garanties bieden voor geïndividualiseerd bottom-up onderzoek binnen een zeer breed spectrum aan onderwerpen, de braindrain een halt toeroepen, en researchcarrières aantrekkelijker te maken voor veelbelovende jonge onderzoekers uit zowel Europa als derde landen; pleit er, gezien het relatief hoge aantal ingediende projecten, voor het Marie Curie-programma voor mobiliteit voort te zetten en daarvoor binnen KP7 meer middelen uit te trekken ter verdere vergroting van het mobiliteitspotentieel voor onderzoekers en promovendi (ook tussen de academische wereld en de particuliere sector dan wel tussen lidstaten onderling, bijvoorbeeld door de invoering van een systeem van researchvouchers waarbij onderzoekers hun onderzoeksubsidie naar elders kunnen meenemen; is niettemin van mening dat er binnen de Marie Curie-acties ook ruimte is voor stroomlijning van het aantal opgezette acties; betreurt dat de meeste binnen de EU uitgevoerde wetenschappelijke werkzaamheden nog steeds onder precaire arbeidsomstandigheden plaatsvinden;
15. unterstützt im Rahmen des Kapitels „Personen“ die „Marie-Curie-Maßnahmen“, die für die berufliche Laufbahn von Forschern sehr wertvoll sind, individualisierte Bottom-up-Forschung zu einem breiten Spektrum von Themen sicherstellen, der Abwanderung von Wissenschaftlern Einhalt bieten und die Forschungslaufbahn für vielversprechende junge Forscher sowohl aus Europa als auch aus Drittländern attraktiver machen; empfiehlt im Hinblick auf die relativ starke Überzeichnung, das Marie-Curie-Programm für Mobilität mit einer größeren Mittelausstattung im Rahmen des RP7 fortzuführen, um die Möglichkeiten für die Mobilität von Forschern und Doktoranden (auch zwischen Universitäten und dem Privatsektor oder zwischen Mitgliedstaaten, beispielsweise durch die Einführung eines Forschungsschecks, der es ermöglicht, dass der jeweilige Forscher die ihm zugeteilten Forschungsmittel mitnimmt) noch weiter zu verbessern; ist gleichwohl der Ansicht, dass bei den „Marie-Curie-Maßnahmen“ noch Möglichkeiten für eine Vereinfachung bei der Anzahl der Maßnahmen bestehen; bedauert, dass der Großteil der in der EU ausgeführten wissenschaftlichen Tätigkeit immer noch unter prekären Arbeitsbedingungen erfolgt;

15. spreekt in het kader van de programma "Mensen" zijn steun uit voor de Marie Curie-acties, die voor onderzoekers in hun carrière van grote waarde zijn, garanties bieden voor geïndividualiseerd bottom-up onderzoek binnen een zeer breed spectrum aan onderwerpen, de braindrain een halt toeroepen, en researchcarrières aantrekkelijker te maken voor veelbelovende jonge onderzoekers uit zowel Europa als derde landen; pleit er, gezien het relatief hoge aantal ingediende projecten, voor het Marie Curie-programma voor mobiliteit voort te zetten en daarvoor binnen KP7 meer middelen uit te trekken ter verdere vergroting van het mobiliteitspotentieel voor onderzoekers en promovendi (ook tussen de academische wereld en de particuliere sector dan wel tussen lidstaten onderling, bijvoorbeeld door de invoering van een systeem van researchvouchers waarbij onderzoekers hun onderzoeksubsidie naar elders kunnen meenemen; is niettemin van mening dat er binnen de Marie Curie-acties ook ruimte is voor stroomlijning van het aantal opgezette acties; betreurt dat de meeste binnen de EU uitgevoerde wetenschappelijke werkzaamheden nog steeds onder precaire arbeidsomstandigheden plaatsvinden;
15. unterstützt im Rahmen des Kapitels „Personen“ die „Marie-Curie-Maßnahmen“, die für die berufliche Laufbahn von Forschern sehr wertvoll sind, individualisierte Bottom-up-Forschung zu einem breiten Spektrum von Themen sicherstellen, der Abwanderung von Wissenschaftlern Einhalt bieten und die Forschungslaufbahn für vielversprechende junge Forscher sowohl aus Europa als auch aus Drittländern attraktiver machen; empfiehlt im Hinblick auf die relativ starke Überzeichnung, das Marie-Curie-Programm für Mobilität mit einer größeren Mittelausstattung im Rahmen des RP7 fortzuführen, um die Möglichkeiten für die Mobilität von Forschern und Doktoranden (auch zwischen Universitäten und dem Privatsektor oder zwischen Mitgliedstaaten, beispielsweise durch die Einführung eines Forschungsschecks, der es ermöglicht, dass der jeweilige Forscher die ihm zugeteilten Forschungsmittel mitnimmt) noch weiter zu verbessern; ist gleichwohl der Ansicht, dass bei den „Marie-Curie-Maßnahmen“ noch Möglichkeiten für eine Vereinfachung bei der Anzahl der Maßnahmen bestehen; bedauert, dass der Großteil der in der EU ausgeführten wissenschaftlichen Tätigkeit immer noch unter prekären Arbeitsbedingungen erfolgt;