I. overwegende dat armoede, het ontbreken van alternatieven voor het genereren van inkomens, de schaarste of het volledige ontbreken van buitenschoolse kansen voor jongeren, starre structuren binnen gemeenschappen en heersende gewoonten, het ontbreken van gepaste juridische bescherming van de kinderrechten en van verplicht openbaar onderwijs voor alle kinderen, ongeacht hun sekse, en ten slotte corruptie en slecht bestuur, sociaaleconomische en politieke factoren vormen die kunnen bijdragen tot het steeds terugkerende misbruik van kinderen in sommige delen van de wereld;
I. in der Erwägung, dass Armut, der Mangel an alternativen Einkommensquellen, der Mangel an oder das Fehlen von außerschulischen Beschäftigungsmöglichkeiten für die Jugend, starre Strukturen und Verhaltensmuster in den Gemeinschaften, fehlender angemessener Rechtsschutz zur Wahrung der Rechte des Kindes und die Tatsache, dass die Schulpflicht für alle Kinder unabhängig von ihrem Geschlecht noch immer nicht eingeführt wurde, abgesehen von Korruption und schlechter Regierungsführung sozioökonomische und politische Faktoren sind, die in einigen Teilen der Welt immer wieder Kindesmisshandlung begünstigen;