Bij de handhavingsinstanties bestond discussie over de manier waarop de voorwaarde „betaling van een bedrag door de consument” of „daaraan voor de consument verbonden kosten” moest worden uitgelegd, en met name over de vraag of het feit dat de consument een telefoontje moet plegen tegen het gebruikelijke lokale tarief of een postzegel moet kopen om voor de prijs in aanmerking te kunnen komen, een inbreuk vormde op de richtlijn.
Die Durchsetzungsbehörden waren sich uneinig über die Auslegung des Aspekts der „Zahlung eines Betrags oder der Übernahme von Kosten durch den Verbraucher“; insbesondere wurde erörtert, ob ein Verstoß gegen die Richtlinie vorliegt, wenn der Verbraucher einen Anruf zum üblichen Ortstarif tätigen oder eine Briefmarke kaufen muss, um den Preis in Anspruch zu nehmen.