1. In de in artikel 38, lid 1, genoemde periode wordt met het oog op een adequate voorziening van de in artikel 7, lid 4, bedoelde raffinaderijen in de Gemeenschap een verlaagd invoerrecht, hierna "bijzonder recht" genoemd, toeg
epast voor ruwe rietsuiker van oorsprong uit de in artikel 35 bedoelde landen en andere landen die uit hoofde van met die landen gesloten overeenkomsten wordt ingevoerd, welke suiker
hierna "bijzondere preferentiële suiker" wordt genoemd, met inachtneming van de daarin vastgestelde voorwaarden, met name ten aan
...[+++]zien van de door de raffinaderijen te betalen minimumaankoopprijs.(1) Während des in Artikel 38 Absatz 1 genannten Zeitraums wird im Hinblick auf die angemessene Versorgung der in Artikel 7 Absatz 4 bezeichneten gemeinschaftlichen Raffinerien bei der Einfuhr von rohem Rohrzucker aus den in Artikel 35 genannten Staaten und anderen Staaten (nachstehend "Sonderpräferenzzucker" genannt) gemäß den mit diesen Staaten geschlossenen Abkommen und unter den Voraussetzungen dieser Abkommen, insbesondere bei Zahlung eines Mindestankaufspreises durch die Raffinerien, ein verringerter Zollsatz (nachstehend "Sonderzoll" genannt) erhoben.