De Ministerraad is vervolgens van mening dat de tweede en de derde prejudiciële vraag geen antwoord behoeven in zoverre zij de artikelen 100/1 en 100/2 van het Gerechtelijk Wetboek beogen, daar het voor de verwijzende rechter bestreden koninklijk besluit alleen steunt op artikel 147, derde lid, van de wet van 1 december 2013.
Der Ministerrat ist sodann der Auffassung, dass die zweite und die dritte Vorabentscheidungsfrage keine Antwort erforderten, insofern sie sich auf die Artikel 100/1 und 100/2 des Gerichtsgesetzbuches bezögen, da der vor dem vorlegenden Richter angefochtene königliche Erlass nur auf Artikel 147 Absatz 3 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 fuße.