Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Prejudiciële vraag
Verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Traduction de «prejudiciële vraag heeft » (Néerlandais → Allemand) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Antrag auf das Stellen einer Vorabentscheidungsfrage


prejudiciële vraag

Vorabentscheidungsfrage | präjudizielle Frage


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Vorabentscheidungsersuchen


prejudiciële vraag

Frage zur Vorabentscheidung | Vorlagefrage | zur Vorabentscheidung vorgelegte Frage


aan het Hof van Justitie een prejudiciele vraag voorleggen

Befassung des Gerichtshofes zur Vorabentscheidung
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
De prejudiciële vraag heeft betrekking op de voorwaarde bepaald in artikel 40bis, § 2, eerste lid, 2°, a), van de wet van 15 december 1980, in het bijzonder sinds de inwerkingtreding van de voormelde wet van 2 juni 2013 en inzonderheid van artikel 1476bis van het Burgerlijk Wetboek, dat een bepaling heeft ingevoegd die vergelijkbaar is met die van artikel 146bis van hetzelfde Wetboek dat op de huwelijken van toepassing is.

Die Vorabentscheidungsfrage betrifft die Bedingung im Sinne von Artikel 40bis § 2 Absatz 1 Nr. 2 Buchstabe a) des Gesetzes vom 15. Dezember 1980, insbesondere seit dem Inkrafttreten des vorerwähnten Gesetzes vom 2. Juni 2013 und insbesondere von Artikel 1476bis des Zivilgesetzbuches, wobei eine ähnliche Bestimmung wie diejenige von Artikel 146bis desselben Gesetzbuches, das auf die Ehen anwendbar ist, eingefügt wurde.


De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 132bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (hierna : WIB 1992), dat, in de versie ervan die van toepassing is op het voor het verwijzende rechtscollege hangende geschil, bepaalde :

Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 132bis des Einkommensteuergesetzbuches 1992 (nachstehend: EStGB 1992), der in der auf die beim vorlegenden Rechtsprechungsorgan anhängige Streitsache anwendbaren Fassung bestimmte:


De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 2262bis, § 1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt : « In afwijking van het eerste lid verjaren alle rechtsvorderingen tot vergoeding van schade op grond van buitencontractuele aansprakelijkheid door verloop van vijf jaar vanaf de dag volgend op die waarop de benadeelde kennis heeft gekregen van de schade of van de verzwaring ervan en van de identiteit van de daarvoor aansprakelijke persoon ».

Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 2262bis § 1 Absatz 2 des Zivilgesetzbuches, der bestimmt: « In Abweichung von Absatz 1 verjähren alle Klagen zur Wiedergutmachung eines Schadens auf der Grundlage einer außervertraglichen Haftung in fünf Jahren ab dem Tag nach demjenigen, wo der Geschädigte von dem Schaden oder von dessen Verschlimmerung und von der Identität der dafür haftenden Person Kenntnis bekommen hat ».


Door het aannemen van het voormelde artikel 4, tweede lid, heeft de bijzondere wetgever willen beletten dat bepalingen in de rechtsorde behouden blijven wanneer het Hof op prejudiciële vraag heeft verklaard dat zij strijdig zijn met de regels die het Hof moet doen naleven (zie Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-897/1, p. 6).

Mit der Annahme des vorerwähnten Artikels 4 Absatz 2 wollte der Sondergesetzgeber verhindern, dass Bestimmungen in der Rechtsordnung bestehen bleiben, wenn der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erkannt hat, dass sie im Widerspruch zu den Regeln stehen, deren Einhaltung der Gerichtshof zu überwachen hat (siehe Parl. Dok., Senat, 2000-2001, Nr. 2-897/1, S. 6).


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
De eerste prejudiciële vraag heeft betrekking op de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek; de tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 29bis van de wet van 21 november 1989.

Die erste Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf die Artikel 1382 und 1383 des Zivilgesetzbuches; die zweite Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf Artikel 29bis des Gesetzes vom 21. November 1989.


In zijn antwoord op de eerste prejudiciële vraag heeft het Hof besloten tot de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van de artikelen 1382 en 1383 van het Burgerlijk Wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat de schade geleden door de openbare werkgever, wanneer een van zijn personeelsleden het slachtoffer is van een ongeval dat voor vergoeding in aanmerking komt in de zin van die bepalingen, beperkt is tot de betalingen die hij heeft verricht zonder de normale tegenprestatie van arbeid te genieten.

In seiner Antwort auf die erste Vorabentscheidungsfrage hat der Gerichtshof geschlussfolgert, dass die Artikel 1382 und 1383 des Zivilgesetzbuches, dahin ausgelegt, dass der Schaden, den ein öffentlicher Arbeitgeber erleidet, wenn einer seiner Bediensteten Opfer eines im Sinne dieser Bestimmungen entschädigungsfähigen Unfalls ist, sich auf die Beträge beschränkt, die gezahlt wurden, ohne die Arbeitsleistungen als normale Gegenleistung zu genießen, mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung vereinbar sind.


De tweede prejudiciële vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van artikel 2, § 1, 1°, laatste zinsnede, van de RSZ-Wet, « in die zin geïnterpreteerd dat het toelaat, op onweerlegbare wijze, een onderscheid in te voeren tussen, enerzijds, een categorie van zelfstandigen voor wie geen (mogelijke) uitbreiding van het sociaalzekerheidsstelsel voor werknemers is voorzien en die dus noodzakelijkerwijze onder het sociaalzekerheidsrechtelijk stelsel voor de zelfstandigen vallen en, anderzijds een categorie van zelfstan ...[+++]

Die zweite Vorabentscheidungsfrage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 2 § 1 Nr. 1 letzter Satzteil des LASS-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, « dahin ausgelegt, dass er es ermöglicht, auf unwiderlegbare Weise einen Unterschied einzuführen zwischen einerseits einer Kategorie von Selbständigen, für die keine (mögliche) Ausdehnung der Sozialversicherungsregelung für Arbeitnehmer vorgesehen ist und die somit notwendigerweise der sozialversicherungsrechtlichen Regelung für Selbständige unterliegen, und andererseits einer Kategorie von Selbständigen, für die d ...[+++]


Krachtens artikel 99 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof komt alleen met de afstand, aanvaard of toegelaten door het rechtscollege dat de prejudiciële vraag heeft gesteld, een einde aan de rechtspleging voor het Hof, wanneer aan dat laatste een prejudiciële vraag is gesteld.

Aufgrund von Artikel 99 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof wird nur mit einer vom Rechtsprechungsorgan, das die Vorabentscheidungsfrage gestellt hat, angenommenen oder gestatteten Rücknahme das Verfahren vor dem Gerichtshof beendet, wenn dieser mit einer Vorabentscheidungsfrage befasst wurde.


Door het aannemen van het voormelde artikel 4, tweede lid, heeft de bijzondere wetgever willen beletten dat bepalingen in de rechtsorde behouden blijven wanneer het Hof op prejudiciële vraag heeft verklaard dat zij strijdig zijn met de regels die het Hof vermag te doen naleven (zie Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-897/1, p. 6).

Mit der Annahme des vorerwähnten Artikels 4 Absatz 2 wollte der Sondergesetzgeber verhindern, dass Bestimmungen in der Rechtsordnung bestehen bleiben, wenn der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erkannt hat, dass sie im Widerspruch zu den Regeln stehen, deren Einhaltung der Gerichtshof zu überwachen hat (siehe Parl. Dok., Senat, 2000-2001, Nr. 2-897/1, S. 6).


Door het aannemen van het voormelde artikel 4, tweede lid, heeft de bijzondere wetgever willen beletten dat bepalingen in de rechtsorde behouden blijven wanneer het Hof op prejudiciële vraag heeft verklaard dat zij strijdig zijn met de regels die het Hof moet doen naleven (zie Parl. St., Senaat, 2000-2001, nr. 2-897/1, p. 6).

Mit der Annahme des vorerwähnten Artikels 4 Absatz 2 wollte der Sondergesetzgeber verhindern, dass Bestimmungen in der Rechtsordnung bestehen bleiben, wenn der Gerichtshof auf eine Vorabentscheidungsfrage hin erkannt hat, dass sie im Widerspruch zu den Regeln stehen, deren Einhaltung der Gerichtshof zu überwachen hat (siehe Parl. Dok., Senat, 2000-2001, Nr. 2-897/1, S. 6).




D'autres ont cherché : prejudiciële vraag     prejudiciële vraag heeft     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag heeft' ->

Date index: 2021-08-24
w