Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Prejudiciële vraag
Verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Vertaling van "prejudiciële vraag vraagt " (Nederlands → Duits) :

TERMINOLOGIE


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Antrag auf das Stellen einer Vorabentscheidungsfrage


prejudiciële vraag

Vorabentscheidungsfrage | präjudizielle Frage


verzoek tot het stellen van de préjudiciële vraag

Vorabentscheidungsersuchen


prejudiciële vraag

Frage zur Vorabentscheidung | Vorlagefrage | zur Vorabentscheidung vorgelegte Frage


aan het Hof van Justitie een prejudiciele vraag voorleggen

Befassung des Gerichtshofes zur Vorabentscheidung
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
In zoverre het begrip « voertuig » in de bestreden bepaling een loutere omzetting zou zijn van hetzelfde begrip in de richtlijn 1999/62/EG, vraagt de verzoekende partij ten slotte dat het Hof een prejudiciële vraag zou stellen aan het Hof van Justitie over de verenigbaarheid van de betrokken richtlijnbepaling met het unierechtelijke gelijkheidsbeginsel.

Insofern der Begriff « Fahrzeug » in der angefochtenen Bestimmung lediglich eine Umsetzung desselben Begriffs in der Richtlinie 1999/62/EG sei, beantragt die klagende Partei schließlich, dass der Gerichtshof dem Europäischen Gerichtshof eine Vorabentscheidungsfrage zur Vereinbarkeit der betreffenden Richtlinienbestimmung mit dem unionsrechtlichen Gleichheitsgrundsatz stellen solle.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 11 juni 2015 in zake het Vlaamse Gewest tegen Tony Sneijers, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 22 juni 2015, heeft het Hof van Beroep te Antwerpen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Maakt artikel 51 van de wet van 16 september 1807 betreffende de drooglegging van de moerassen wa ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 11. Juni 2015 in Sachen der Flämischen Region gegen Tony Sneijers, dessen Ausfertigung am 22. Juni 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Antwerpen folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 51 des Gesetzes vom 16. September 1807 über die Sumpftrockenlegung - der bestimmt: ' Häuser und Gebäude, von denen ein Teil aus Gründen eines gesetzlich anerkannten Nutzens der Allgemeinheit abge ...[+++]


Die materiële vergissing verantwoordt niet dat de prejudiciële vraag deels onontvankelijk zou worden verklaard zoals de Ministerraad in hoofdorde vraagt.

Dieser Schreibfehler rechtfertigt es nicht, dass die Vorabentscheidungsfrage teilweise für unzulässig erklärt wird, wie der Ministerrat hauptweise beantragt.


De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 318 van het Burgerlijk Wetboek bestaanbaar is met artikel 22 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre het, enerzijds, een vaste termijn bepaalt die een kind ouder dan 22 jaar verbiedt om het vaderschap van de echtgenoot van zijn moeder meer dan één jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet zijn vader is, te betwisten (eerste prejudiciële vraag) en, anderzijds, een absolute ...[+++]

Der vorlegende Richter fragt den Gerichtshof, ob Artikel 318 des Zivilgesetzbuches mit Artikel 22 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention, vereinbar sei, insofern er einerseits eine Präklusivfrist festlege, wobei einem Kind im Alter von über 22 Jahren die Anfechtung der Vaterschaft des Ehemannes seiner Mutter mehr als ein Jahr nach der Entdeckung der Tatsache, dass dieser nicht sein Vater sei, untersagt werde (erste Vorabentscheidungsfrage), und andererseits einen auf den Besitz des Standes zwischen dem gesetzlichen Vater und dem Kind zurückzuführenden absoluten Grund der Unzuläs ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Met de vierde prejudiciële vraag vraagt de Raad van State aan het Hof of de in het geding zijnde bepaling artikel 27 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 22 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, schendt, « door een procedure in te stellen die leidt tot het beperken of ontzeggen van financiële middelen aan een politieke partij ».

Mit der vierten präjudiziellen Frage möchte der Staatsrat vom Hof erfahren, ob die fragliche Bestimmung gegen Artikel 27 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit Artikel 22 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte verstosse, « indem ein Verfahren eingeführt wird, das zur Einschränkung oder Streichung der Finanzmittel einer politischen Partei führt ».


In de tweede prejudiciële vraag vraagt de Raad van State of artikel 74bis, § 2, van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het in de mogelijkheid voorziet om een verkozen kandidaat van zijn mandaat vervallen te verklaren wanneer die niet de bepalingen in verband met de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven in acht zou hebben genomen, terwijl een dergelijke mogelijkheid van sanctie niet bestaat ten aanzien van de verkozenen voor de parlementsverkiezingen.

In der zweiten präjudiziellen Frage fragt der Staatsrat, ob Artikel 74bis § 2 des Brüsseler Gemeindewahlgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem er die Möglichkeit vorsehe, einen gewählten Kandidaten, der nicht die Bestimmungen über die Begrenzung und die Kontrolle der Wahlausgaben eingehalten habe, seines Mandates zu entheben, während eine solche Möglichkeit der Sanktion nicht für Gewählte bei den Parlamentswahlen bestehe.


In de eerste prejudiciële vraag vraagt de verwijzende rechter het Hof of voormeld artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het tot gevolg heeft dat de verjaringstermijn van dertig jaar waarin artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek voorziet, van toepassing blijft op de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf die, hoewel ze verjaard is, niet het voorwerp is geweest van een in kracht van gewijsde gegane beslissing, terwijl, wanneer dat het geval is, die rechtsvorderingen onderworpen blijven aan de verjaringstermijn van vijf jaar waarin het vroegere artikel 26 van de voora ...[+++]

In der ersten präjudiziellen Frage legt der Verweisungsrichter dem Hof die Frage vor, ob der obengenannte Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insoweit er dazu führt, dass die in Artikel 2262 des Zivilgesetzbuches vorgesehene dreissigjährige Verjährungsfrist auf die auf einer Straftat beruhende Zivilklage anwendbar bleibt, die trotz ihrer Verjährung nicht Gegenstand einer rechtskräftig gewordenen Entscheidung gewesen ist, während, wenn dies der Fall ist, diese Klagen auch weiterhin der im früheren Artikel 26 des Präliminartitels des Straf ...[+++]


In de tweede prejudiciële vraag vraagt de verwijzende rechter aan het Hof of artikel 11 van de wet van 10 juni 1998 de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt, in zoverre het tot gevolg heeft dat de dertigjarige verjaring van artikel 2262 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing blijft op de burgerlijke rechtsvordering volgend uit een misdrijf die, hoewel zij verjaard is, niet het voorwerp is geweest van een in kracht van gewijsde gegane beslissing.

In der zweiten präjudiziellen Frage legt der Verweisungsrichter dem Hof die Frage vor, ob Artikel 11 des Gesetzes vom 10. Juni 1998 gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insoweit er dazu führt, dass die in Artikel 2262 des Zivilgesetzbuches vorgesehene dreissigjährige Verjährungsfrist auf die aufgrund einer Straftat entstandene Zivilklage anwendbar bleibt, die, obwohl verjährt, nicht Gegenstand einer rechtskräftig gewordenen Entscheidung gewesen ist.


In het eerste onderdeel van de prejudiciële vraag vraagt de verwijzende rechter het Hof of het tweede lid van de in het geding zijnde bepaling een verschil in behandeling invoert tussen meerderjarigen en minderjarigen, dat strijdig zou zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat enkel de tweeden het voorwerp kunnen uitmaken van een nieuwe adoptie, indien een eerste adoptie plaatshad maar werd herroepen ten aanzien van de adoptant of de twee adopterende echtgenoten of in geval van overlijden van de adoptant of de twee adopterende echtgenoten.

Im ersten Teil der präjudiziellen Frage fragt der Verweisungsrichter den Hof, ob der zweite Absatz der beanstandeten Bestimmung einen mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung deshalb unvereinbaren Behandlungsunterschied zwischen Volljährigen und Minderjährigen einführt, weil nur Letztgenannte erneut adoptiert werden können, wenn eine erste Adoption erfolgt war, aber hinsichtlich des Adoptierenden oder beider adoptierenden Ehegatten widerrufen wurde oder wenn der Adoptierende oder beide adoptierenden Ehegatten verstarben.




Anderen hebben gezocht naar : prejudiciële vraag     prejudiciële vraag vraagt     


datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'prejudiciële vraag vraagt' ->

Date index: 2021-09-18
w