2. verzoekt de Raad ermee op te houden zijn standpunten uit hoofde van artikel
314, lid 3 VWEU te presenteren als rechtshandelingen ("Besluit"), aangezien dit niet in overeenstemming is met artikel 314 VWEU zoals geïnterpreteerd door het Hof van Justitie in zijn arrest van 17 september 2013 in de zaak C-77/11 (Raad/Parlement); herinnert eraan dat een standpunt uit hoofde van artikel 314, lid 3 VWEU een voorbereidende handeling is en pas geldig is vanaf de datum van vaststelling ervan; benadrukt dat het elke bepaling zal verwerpen en negeren waarmee de Raad probeert de geldigheid van zijn standpunt in een begrotingsprocedure te doen afh
...[+++]angen van de voorafgaande vaststelling door het Parlement van een andere begroting, gewijzigde begroting of wetgevingshandeling; 2. fordert den Rat auf, seine Standpunkte gemäß Artikel 314 Absatz 3 AEUV nicht mehr als Rechtsakte („Beschluss“) vorzulegen, da dies gemäß der vom Gerichtshof in seinem Urteil vom 17. September 2013 in der Rechtssache C-77/11 Rat/Parlament vertretenen Auslegung nicht mit Artikel 314 AEUV zu vereinbaren ist
; verweist darauf, dass ein Standpunkt gemäß Artikel 314 Absatz 3 AEUV ein vorbereitender Rechtsakt und ab dem Datum seiner Annahme gültig ist; betont, dass es jede Klausel zurückweisen und außer Acht lassen wird, mit der der Rat versucht, die Gültigkeit seines Standpunkts in einem Haushaltsverfahren von der vorherigen Billigung ein
...[+++]es anderen Haushaltsplans, Berichtigungshaushaltsplans oder Gesetzgebungsakts durch das Parlament abhängig zu machen;