In afwijking van paragraaf 2, kan de Minister die voor het waterbeleid bevoegd is, in geval
van uitzonderlijke weers-, landbouw- of milieu-omstandigheden voor 15 septem
ber van het lopende jaar, de vervaldatum van de in paragraaf 2, tweede lid, bedo
elde periode op het hele grondgebied of op een deel ervan verlengen van 15 september tot en met 30 september en de begindatum van de in paragraaf 2, eerste lid, bedoelde verbodsperiode ve
...[+++]rschuiven van 16 september tot en met 1 oktober.
In Abweichung von Paragraf 2 kann der Minister, zu dessen Zuständigkeitsbereich die Wasserpolitik gehört, im Falle von außergewöhnlichen klimatischen, landwirtschaftlichen oder umweltrelevanten Lagen, die sich vor dem 15. September des laufenden Jahres ereignen, das Datum für das Ende des in Paragraf 2, Absatz 2 genannten Zeitraums vom 15. September bis spätestens auf den 30. September einschließlich, und das Datum für den Anfang des in § 2, Abs. 1 genannten Verbotszeitraums vom 16. September bis spätestens auf den 1. Oktober einschließlich verschieben.