1. De griffier bepaalt, en verlengt in voorkomend geval, de in het Reglement voor de procesvoering voorziene termijnen overeenkomstig de machtiging die hij daartoe krachtens artikel 39, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering heeft ontvangen.
(1) Der Kanzler setzt die in der Verfahrensordnung vorgesehenen Fristen gemäß den ihm nach Art. 39 Abs. 2 Verfahrensordnung übertragenen Befugnissen fest und verlängert sie gegebenenfalls.