3.1.1.Na elk onderdeel van de proef mag de kantelbeveiliging geen breuken of scheuren vertonen zoals omschreven in punt 3.1 van bijlage IV, onder A en B. Indien tijdens één van de proeven niet te verwaarlozen breuken of scheuren ontstaan, moet onmiddellijk een aanvullende proef als omschreven in bijlage IV, onder A of B, worden verricht.
3.1.1 . Nach jedem Teil der Prüfung muß sie frei von Brüchen oder Rissen gemäß Nummer 3.1 der Anhänge IV-A und IV-B sein . Ergeben sich bei einer der Prüfungen unannehmbare Brüche oder Risse , kann eine zusätzliche Prüfung gemäß den Anhängen IV-A oder IV-B unmittelbar danach vorgenommen werden .