16. dringt er bij de lidstaten, hun regio's en de kandidaat-lidstaten sterk op aan
om in hun onderwijsprogramma's, vooral in het lager en middelbaar onderwijs, de nodige aandacht te besteden aan beeldopvoed
ing, opdat jongeren zouden leren op een kritischere manier om te gaan met wat hen door de beeldmedia wordt
aangeboden en meer open zouden staan voor een grote diversiteit aan filmculturen; dringt er voorts bij de Commissie op aa
...[+++]n een programma voor beeldeducatie op te stellen;
16. dringt bei den Mitgliedstaaten, ihren Regionen und den Beitrittsländern nachdrücklich darauf, in ihren Lehrplänen insbesondere für den Primar- und Sekundarunterricht die Einbeziehung des Films als Unterrichtsmittel genügend zu berücksichtigen, damit Jugendliche lernen, mit dem von den Bildmedien angebotenen Material kritischer umzugehen und der großen Vielfalt der Filmkulturen offener gegenüberzustehen; fordert die Kommission außerdem auf, ein Programm für die Ausbildung im Umgang mit Bildmedien auszuarbeiten;